Voor de levensmiddelenindustrie is sproeidrogen de meest geschikte technologie voor milde preservering en behoud van nutriënten. Na het sproeidrogen kan conservering, opslag en transport van bijvoorbeeld melkpoeder of babyvoeding - maar ook vele andere samengestelde ingrediënten uit een sproeidroogproces - optimaal verlopen. Tegenover alle voordelen die sproeidrogen kent, staat ook een groot nadeel: een hoge energieconsumptie van wel 15% van het totale energieverbruik in de industrie in Nederland (bron: Handbook of Industrial Drying, 2007).
Om dit hoge energieverbruik te verminderen, heeft het Fascinating programma recent een haalbaarheidsstudie afgerond naar energie-terugwinning uit sproeidrogers met een nieuwe warmtesorptie technologie. Binnen het project ZeoDry hebben de deelnemende partijen een sorptiedroger ontwikkeld op basis van een zeolietdrum. Deze sorptiedroger draagt mogelijk niet alleen bij aan een significante energiebesparing bij sproeidrogen, maar ook aan de verdere elektrificatie van het (eiwitproductie-)proces, waardoor volledig gebruik van hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind mogelijk is. Hierdoor kan de afhankelijkheid van aardgas verder worden afgebouwd, waardoor de zeoliet sorptiedrogertechnologie een belangrijke mijlpaal kan vormen in de eiwittransitie. Er wordt namelijk verwacht dat de totale energieconsumptie behoorlijk toeneemt bij het sproeidrogen van grotere hoeveelheden plantaardige eiwitten . De nieuwe innovatie gaat helpen om dit te voorkomen. Om commerciële implementatie mogelijk te maken is demonstratie op industriële schaal nodig.
Energie besparen door het voordrogen van ‘drooglucht’
De meeste sproeidrooginstallaties maken gebruik van opgewarmde buitenlucht tot wel 200 °C, dit vraagt erg veel energie. Door lucht te ontvochtigen met een sorptiedroger wordt de lucht ontvochtigd en tegelijkertijd opgewarmd. In het geval van een zeoliet sorptiedroger stijgt de temperatuur van de ingangslucht voor elke ‘gram’ vocht die uit de ingaande lucht wordt onttrokken met +4,5 °C. Als we de vochtige uitlaat van een drooginstallatie voor een deel ‘recyclen’ met de ingaande buitenlucht, kan er vanaf bijvoorbeeld 25 gram vocht/kg lucht naar 2 gram vocht/kg lucht worden ontvochtigd.
Indien de “menglucht” een temperatuur van 26,5 °C heeft, kan er op die manier zónder verdere verhitting al een temperatuur tot 130 °C (26,5 °C +(23 gram x 4,5 °C)) van de ingangslucht worden bereikt. Door de drooglucht met zeoliet te ontvochtigen vang je twee vliegen in één klap: de drooglucht wordt opgewarmd en krijgt meer droogcapaciteit. Door het zeoliet met oververhitte stoom te ontvochtigen komt een groot deel van de warmte vrij als bruikbare stoom. Hierdoor ontstaat er een warmteterugwinning cyclus. De regeneratie van de zeoliet sorptiedroger treedt op bij hoge temperatuur, waardoor er 1 atmosfeer oververhitte stoom ontstaat van ~ 170 °C. Deze stoom kan worden hergebruikt in een warmtepomp waardoor er een ingangslucht temperatuur van 200 °C mogelijk wordt.
Het voordeel van deze oplossing is dat er in principe niets verandert aan het kernproces van de sproeidrooginstallatie. Toekomstige gebruikers van deze technologie hoeven zich dus geen grote zorgen te maken over sterk veranderende product specificaties. Wel zal er rekening gehouden moeten worden met de iets drogere drooglucht. Dit kan worden opgelost door de voeding van de installatie iets te verhogen of de droogluchttemperatuur iets terug te brengen.
Wat men ervoor terugkrijgt is een zeer significante energiebesparing. Daarnaast leidt de innovatie tot een aanzienlijke capaciteitswinst van ongeveer 10% en een verbeterde constante of gelijkmatige productie (in het geval er in de drooginstallatie voorheen geen silica sorptiedroger gebruikt werd).
Significante energiebesparing tot 40-50% mogelijk
Het eerste concrete resultaat van de onlangs afgeronde haalbaarheidsstudie Zeodry is een aanzienlijke verlaging van de energieconsumptie van sproeidrogers in de levensmiddelenindustrie met maar liefst 40-50%. Deze luchtvoordroger, in de vorm van een drum op basis van zeolietsorptie, biedt nieuwe mogelijkheden voor elektrificatie en kan daarmee bijdragen aan een structurele verduurzaming van het sproeidroogproces.
Ongeveer 15 jaar geleden is er eerder onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van een nieuwe technologie voor zeolietsorptiedrogen met behulp van een sorptiedroger in de vorm van een wielconstructie. Bij testen met een zeolietwiel kwamen onder andere mechanische problemen aan het licht, veroorzaakt door de thermodynamische belasting van deze constructie. Dit werd voor een deel veroorzaakt door de (te) kleine schaal van de pilotinstallatie. Desondanks is het wel gelukt om het ‘proof of principle’ te valideren. Destijds is een eerste ontwerpidee voor een drum voorgesteld om de problemen van het wiel te verhelpen.
In het ZeoDry project is een ontwerp uitgewerkt op industriële schaal, inclusief sterkteberekeningen en verdere mechanische verbeterpunten. Hier is een materiaalstudie aan voorafgegaan voor de constructie en thermodynamische berekeningen. Uit deze berekeningen, gebaseerd op het model voor CAPEX en OPEX op basis van huidige energietarieven, blijkt dat de toepassing van de zeolietsoprtiedroger het energieverbruik in sproeidroogprocessen over langere periodes met netto 45% kan verminderen.
Dit resultaat kan worden beschouwd als een echte “game changer” voor sproeidrogen. Ter illustratie: bij een sproeidroger met een droogluchtcapaciteit van 55.000 kg drooglucht per uur en een energieverbruik van 2,4 MW per uur, zou het energieverbruik kunnen worden teruggebracht naar 1,32 MW per uur. Deze reductie is significant, zeker gezien het feit dat er in Nederland sproeidrogers staan met een nog grotere droogluchtcapaciteit.
‘Deze drumvoordroger middels zeolietsorptie is echt een gamechanger in verlaging van energieverbruik van sproeidrogers!’
Hergebruik van energiestromen
Voor een goed rendement van de installatie is hergebruik van de energiestromen van belang. Er dient een ‘closed loop’ te ontstaan door hergebruik van de reststoom voor het droogproces. Op deze manier zal een zeolietsorptiedroger een groot voordeel hebben op de al commercieel verkrijgbare silicasorptiedroger. Door gebruik van één of twee hoge temperatuur (HT) warmtepompen zal het overschot aan stoom kunnen worden hergebruikt in het droogproces. Uit scenario’s van het aanvullende onderzoek naar HT-warmtepompen voor het benutten van overschot aan stoom, blijkt dat een COP (Coëfficiënt of Performance: de verhouding tussen geleverde warmte en benodigde energie in kWh) van hoger dan 2 haalbaar is. Bij de huidige – in eerste helft 2024 nog ongunstige – verschillen tussen gas en elektriciteitsprijzen bedraagt de terugverdientijd naar verwachting 4 tot 6 jaar, afhankelijk van de uitvoering. Zodra de prijzen van gas en elektriciteit dichter bij elkaar komen te liggen, zal de terugverdientijd aanzienlijk korter worden.
Schaalbaar ontwerp zeolietdrumdroger
Het ontwerp van de zeolietsorptiedroger is schaalbaar en, volgens het onderzoek naar materiaalspanningseffecten door de hoge regeneratietemperatuur, technisch uitvoerbaar met een aantal kleine constructie-aanpassingen. Er zijn ook verschillende menglucht-condities onderzocht voor zomerse, gemiddelde en winterse condities. Omdat in veel gevallen meer dan 50% buitenlucht bijgemengd moet worden, zijn de verschillen beperkt. Onderzoek naar verdere verhoging van het besparingspotentieel tot 70-80% heeft aangetoond dat dit niet haalbaar is. Een energiebesparing tot maximaal 45% wordt op dit moment als realistischer beschouwd.
Naar industriële toepassing
Het doel is om het zeolietdrumontwerp ruim vóór 2030 naar industriële toepassing te brengen. Dit wordt nu goed gefaciliteerd door het voorliggende zeolietdrumontwerp en de beschikbare rekenmodule.
Geïnteresseerd in het verder onderzoeken van een demonstratie van deze zeolietsorptiedrogertechnologie op industriële schaal? Neem contact op met Anne van der Zwaan (anne.vanderzwaan@ispt.eu) om de mogelijkheden te bespreken.
Bron:
Arun S. Mujumdar (2007). Handbook of Industrial Drying, third edition. Handbook of Industrial Drying | Arun S. Mujumdar | Taylor & Francis eB
Fascinating werkt aan de landbouw van de toekomst. Groningen is een voorloperregio in de systeemverandering van de landbouw en tijdens het evenement stond de toekomst van de boer centraal. Maar, de boer kan het niet alleen. De uitdagingen in de sector zijn te groot om door één partij opgelost te worden. Tijdens het Groeifeest brachten we verschillende partijen met ieder een eigen perspectief op deze verandering samen. Ondanks de verschillen in politieke kleur ontstond er verbinding: samenwerking door de hele keten is essentieel voor vooruitgang.
Op donderdag 7 november kwamen ongeveer 100 professionals uit de AgroFood-sector bijeen in het Stadslab in Groningen voor de 3e editie van het Fascinating Groeifeest. Samen kom je verder, maar hoe? Onder leiding van moderator Irene ten Dam (ISPT) gingen Jan Sikkema (Fascinating), Tjeerd Jongsma (Fascinating), Kirsten de Wrede (Gemeente Groningen), Henk Emmens (Provincie Groningen), Hanneke van Ormondt (Urgenda) en Iris Bouwers (agrarisch ondernemer) in gesprek over de vraag: “Wat kunnen de unieke Fascinating-aanpak en de nieuwe Haagse beleidsintenties voor de landbouw voor elkaar betekenen, naast provinciale ambities en plannen?” Lees hier de hoogtepunten en belangrijkste inzichten uit het Groeifeest.
Van bedreigingen naar kansen
Jan Sikkema, technisch directeur van Fascinating, opent het Groeifeest met de boodschap dat duurzame en gezonde voeding onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een toekomstbestendig agrarisch systeem moet daarom niet alleen duurzaam produceren, maar ook de gezondheid en nutriëntenbehoefte van mensen ondersteunen.
Ondanks de uitdagingen in de agrarische sector ziet Sikkema kansen en gelooft hij dat Nederland met zijn kennis en kunde een voortrekkersrol kan spelen. “Door bedreigingen om te buigen tot kansen, zoals bijvoorbeeld het toevoegen van een vierde gewas, dat voor iedere boer verschillend kan zijn, kunnen we nieuwe wegen inslaan,” aldus Sikkema.
Sikkema legt enkele kernactiviteiten binnen de 24 actieve projecten van Fascinating uit. Een belangrijke mijlpaal is het Agrifood Transition Model, gebaseerd op open-sourcedata en gevalideerd door experts. Dit model maakt het mogelijk om verschillende scenario’s en de effecten van keuzes op de hele keten te verkennen en biedt ruimte voor experimenteren.
Naast het leveren van hoogwaardige producten voor de wereldmarkt ziet hij mogelijkheden voor het leveren van producten aan lokale markten. Aanvankelijk aan grote instellingen zoals ziekenhuizen en zorginstellingen en parallel in een ontwikkelende markt voor consumenten. Korte ketens dus, met eerlijke prijzen voor boeren.
De eiwittransitie is noodzakelijk
De volgende spreker is Kirsten de Wrede, wethouder in Groningen namens de Partij voor de Dieren. Als eerste wethouder in Nederland met eiwittransitie in haar portefeuille, benadrukt zij de impact van ons voedselsysteem op de natuur en de dringende noodzaak van deze transitie. “Slechts 4% van de biomassa bestaat nog uit wilde dieren, terwijl 66% uit landbouwdieren bestaat. Dat legt een zware druk op de biodiversiteit.”
De Wrede belicht positieve initiatieven in haar gemeente, zoals voedselbossen, moestuinen en educatieve programma’s om kinderen bewust te maken van duurzaam en gezond eten. Tegelijkertijd uit ze haar zorgen over de toenemende monocultuur en de afname van het aantal boeren. Ze pleit voor een zelfvoorzienend voedselsysteem met korte, regionale ketens, die onder andere door samenwerking met de gemeente, provincie en Fascinating in ontwikkeling is. “Groningen kan een voorbeeldfunctie vervullen door boeren met andere regionale partijen te verbinden en de lokale voedselketen te versterken,” ze moedigt de aanwezigen aan om hun ideeën te delen.
Land in zicht
Hanneke van Ormondt, hoofd landbouw en biodiversiteit van Urgenda, presenteert Urgenda's landbouwvisie "Land in Zicht." Urgenda blijft het behoud van een stabiel inkomen voor boeren noodzakelijk vinden, maar pleit wel voor natuur-inclusieve landbouw, een aanpak die ruimte vraagt maar essentieel is om de balans tussen biodiversiteit en voedselproductie te behouden. Een model gebaseerd op natuur-inclusieve landbouw is volgens Urgenda beter voor het milieu, de gezondheid én de boeren. Daarom stelt van Ormondt het “7 vinkjes model” voor, waarmee boeren die voldoen aan vijf tot zeven criteria – zoals geen kerende grondbewerking, geen kunstmest en minimaal 10% landschapselementen (zoals heggen of bloemranden) – €1.000 per hectare kunnen ontvangen van Urgenda. Zo willen ze financiële drempels verlagen en de boer belonen voor natuur-inclusieve landbouw. Dit model heeft naar schatting een maximale kostenpost van €1,8 miljard, maar de verwachte besparingen op zorg- en milieukosten kunnen oplopen tot minstens €12 miljard.
Van Ormondt hoopt dat gemeenten en provincies zich bij het initiatief aansluiten en benadrukt: “Boeren missen vaak de zekerheid op lange termijn in het beleid, en samen met financiële zorgen kan dit de verandering belemmeren. Wij willen die zekerheid bieden.” Ook nodigt Hanneke van Ormondt uit tot verdere dialoog: “Het 7-vinkjesmodel is geen vaststaand plan, maar een uitnodiging tot gesprek en samenwerking.”
De boer aan het roer
De laatste key-note spreker is Iris Bouwers, agrarisch ondernemer in zowel akkerbouw als vleesvarkens, met ook een breed bestuurlijk portfolio. Bouwers benadrukt het belang van samenwerking: "Wij boeren moeten doen waar we goed in zijn.” begint Bouwers. Ze wijst op de indrukwekkende prestaties van de landbouw: meer dan 100 miljard euro aan export, de laagste milieu-impact wereldwijd en toonaangevende dierenwelzijnsnormen. "Dit maakt ons als klein land een grote speler," zegt ze. Tegelijkertijd zijn er uitdagingen zoals stikstof en emissies, die de sector voor nieuwe keuzes stellen.
Iris Bouwers pleit voor een strategische dialoog met de EU en benadrukt de complexiteit van de keuzes waarmee boeren te maken hebben. Ze verwijst naar haar eigen ervaring, waarbij ze bijvoorbeeld moet kiezen tussen betere leefomstandigheden voor haar varkens en de hogere kosten die dat met zich meebrengt. Hetzelfde geldt voor de keuze tussen natuurbescherming en ruimte voor meer gewassen. Bouwers balanceert vaak tussen conflicterende belangen, die economische verliezen kunnen veroorzaken. Dit is extra uitdagend voor haar, omdat het niet alleen om haar eigen inkomen gaat, maar ook om het pensioen van haar ouders, dat aan de onderneming is verbonden.
Ze roept op tot beleid dat boereninkomen en de toekomst van jonge boeren waarborgt en benadrukt dat boeren behoefte hebben aan een heldere langetermijnvisie. "Geen beleid dat van de hak op de tak springt, maar een duidelijke koers met een stip op de horizon." Het is belangrijk dat de boer zelf meepraat en meedenkt, maar er moet ook financiële ruimte komen om te experimenteren en door te ontwikkelen. "Geen taken zonder knaken," concludeert Bouwers.
Dialoog als sleutel tot samenwerking
Tijdens de paneldiscussie is een belangrijk onderwerp wat de rol van de agrifoodsector is nu het landbouwbeleid hapert. Henk Emmens vindt dat de sector zelf het voortouw moet nemen. “Boeren willen wel, maar voelen zich vaak niet gehoord,” zegt hij. Tjeerd Jongsma benadrukt het belang van een interdisciplinaire dialoog, waar ook kritische stemmen gehoord worden. Kirsten de Wrede voegt toe: “Niet alleen over boeren praten, maar mét boeren praten.”
Daarnaast stelt Ten Dam de vraag hoe in te spelen op de veranderende consumentenvraag, waar gezonder en duurzamer eten steeds meer aandacht krijgt. Hanneke van Ormondt merkt op dat consumenten nog niet echt veranderd zijn; ondanks goede bedoelingen kiezen ze vaak de goedkoopste optie. Tjeerd Jongsma ziet dat vooral de jongere generatie meer aandacht heeft voor duurzaam en gezond voedsel. Henk Emmens noemt de korte keten, waarbij duurzaam geproduceerd voedsel direct terecht komt bij regionale partners zoals ziekenhuizen en universiteiten, als een belangrijke push-factor. "Innovatie is belangrijk en je moet ergens beginnen," zegt hij. "Laten we dat dan in Groningen doen.”
Tot slot wordt de rol van constructieve dialoog besproken, de kern van de dag: écht in gesprek gaan met de belangrijkste spelers uit het veld. “Blijf met elkaar in gesprek,” luidt de conclusie. Tjeerd Jongsma benadrukt in het slot woord dat we terug moeten naar de basis: relevant voedsel produceren, afgestemd op de behoeften van de consument waaraan boeren een eerlijke boterham verdienen. "Blijkbaar gaat er ook in dit opzicht niets boven Groningen, want hier weten spelers van verschillende politieke kleur en afkomst elkaar te vinden in werkbare visies op een landbouw met toekomst."
In de verduurzaming van de landbouw staan een gezonde bodem, biodiversiteit en hoogwaardige plantaardige eiwitten centraal. Boeren kijken naar mogelijkheden om de komende jaren meer verschillende gewassen te telen en deze vaker te rouleren om de bodem gezond te houden. Deze nieuwe aanpak leidt tot diverse eiwit- en vezelrijke gewassen en groenbemesters, waarbij het verdienvermogen van de boeren moet toenemen. De vraag is alleen hoe we deze gewassen efficiënt en duurzaam kunnen verwerken tot producten met hoge toegevoegde waarde. Daarom hebben de coöperaties Agrifirm, Avebe, Cosun en FrieslandCampina, samen met de kennis- en investeringspartners NIZO, Invest-NL en LTO-Noord, een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een multifunctionele demo-eiwitfabriek in Groningen. In dit artikel bespreken we de uitkomsten.
De eiwittransitie kent twee kanten: de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten in humane consumptie en de verruiming van het bouwplan van akkerbouwers met zogenaamde rustgewassen. Veel van deze gewassen, als erwt en veldboon, hebben een goede eiwitopbrengst en kunnen daarmee de beschikbaarheid van plantaardige eiwitten vergroten.
Met een eiwitfabriek moet Nederland meer zelfvoorzienend worden in de productie van hoogwaardige gezonde voedingsmiddelen, welke geproduceerd zijn op duurzame wijze, klimaatneutraal en met een gesloten stikstofsysteem.
Ketenontwikkeling
Uit de verkenning is gebleken dat een multifunctionele eiwitfabriek in Groningen op relatief kleine schaal (tot 1 kton eiwit per jaar) op dit moment niet economisch levensvatbaar lijkt. Maar, er is wel toekomstperspectief voor een single-purpose fabriek met grotere capaciteit. Een single-purpose fabriek op industriële schaal (meer dan 5 kton eiwit per jaar) lijkt meer kansen te hebben. Om dit in de komende jaren te realiseren, moeten enkele belangrijke elementen in de keten verder worden ontwikkeld.
- Verbetering van de eiwitkwaliteit: Het is belangrijk dat de eiwitkwaliteit van plantaardige gewassen, zowel qua functionaliteit als nutritionele waarde, wordt verbeterd tot een niveau vergelijkbaar met dat van dierlijke eiwitten. Op dit moment hebben de plantaardige eiwitten een afwijkende smaak en hebben de meeste plantaardige eiwitten een lagere voedingswaarde.
- Mildere procestechnologieën: Het gebruik van mildere procestechnologieën moet meer mogelijkheden bieden voor de valorisatie van andere producten zoals vezels en zetmeel uit eiwithoudende gewassen. Dit is nodig om voldoende waarde voor telers te genereren.
- Focus op hoogste marktsegment: Het consortium van bedrijven en kennisinstellingen heeft vastgesteld dat het mogelijk lijkt om eiwitten uit gewassen te produceren die tot het hoogste marktsegment behoren. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan het verdienmodel voor de boer.
De weg naar industriële schaal
De snelste weg naar een fabriek op industriële schaal omvat investeringen in een demofabriek voor de winning van eiwit en andere ingrediënten uit gewassen, en een onderzoeksprogramma om de eiwitfunctionaliteit (zoals schuimgedrag, textuur en smaak) te verbeteren. De focus ligt niet op het multifunctionele karakter door verschillende gewassen te verwerken, maar richt zich op enkele selecte gewassen. In deze ‘demofabriek’ met een duidelijke focus op deze selecte gewassen kan een continuproces van ontwikkeling en implementatie van de nieuwste geavanceerde procestechnologieën plaatsvinden. Schaalvergroting is essentieel voor een levensvatbaar verdienmodel en om financiering mogelijk te maken.
Toegevoegde waarde voor de landbouw
Een diversiteit aan gewassen op Groningse bodem draagt bij aan de verduurzaming van de landbouw. Gewasrotatie verbetert de bodemkwaliteit, wat op lange termijn leidt tot gezondere en productievere landbouwgronden. Bovendien draagt de productie van plantaardige eiwitten bij aan de eiwittransitie, wat essentieel is i.v.m. de groeiende wereldbevolking en de toenemende vraag naar (gezond) voedsel. Betere gewassen met goede eiwitkwaliteit, eiwitfunctionaliteit en mildere processing zorgen uiteindelijk voor een beter product. Daar komt bij dat de ontwikkeling van een eiwitfabriek ook economische voordelen met zich mee brengt.
Toekomstperspectief voor Groningen
Het verhogen van de diversiteit aan geteelde gewassen en de ontwikkeling van een efficiënte en duurzame eiwitverwerkingsindustrie in Groningen vergt dus verdere ontwikkeling. Hoewel een multifunctionele eiwitfabriek op kleine schaal op dit moment niet economisch levensvatbaar is, biedt de weg naar een industriële demofabriek en een gericht onderzoeksprogramma veel kansen voor de sector. Door te investeren in technologie en innovatie kunnen we niet alleen de economische levensvatbaarheid verbeteren, maar ook bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw en voedselproductie. Groningen neemt op deze wijze een toppositie in de agrifoodsector met een wereldwijde uitstraling, met als gevolg het aantrekken van extra economische activiteiten.
In de komende jaren zijn samenwerking en innovatie cruciaal om deze visie werkelijkheid te laten worden. Boeren, coöperaties, kennisinstellingen en bedrijven moeten gezamenlijk werken aan het verbeteren van de kwaliteit van plantaardige eiwitten, het ontwikkelen van nieuwe procestechnologieën en het valoriseren van alle producten uit deze gewassen. Het gaat hier niet alleen om het daadwerkelijk kunnen produceren van deze eiwitten, maar ook om het ontwikkelen van hoogstaande kennis op dit terrein. Nederland moet op deze manier een leidende rol in de productie van hoogwaardige en gezonde plantaardige voedingsmiddelen krijgen, geproduceerd op duurzame wijze, klimaatneutraal en met een gesloten stikstofsysteem. Alleen door deze gezamenlijke inspanningen van alle ketenpartners kunnen we de volle potentie van de nieuwe gewasrotaties en de eiwitproductie in Groningen realiseren.
Dit project werd mede gerealiseerd door Nationaal Programma Groningen
Het kabinet trekt de stekker uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Onduidelijk is wat hiervoor in de plaats komt. Groningen toont hoe de sector zelf aan systeemverandering voor de landbouw werkt, schrijft Tjeerd Jongsma van Fascinating in dit opiniestuk.
Hoe gaan we boeren en de landbouwsector toekomstperspectief en ontwikkelruimte geven, de stikstofuitstoot reduceren en natuur en biodiversiteit beschermen? In politiek Den Haag lijkt een alomvattend plan te ontbreken. Dit gebrek aan regie zet de toekomst van onze landbouw op het spel en vergroot de onzekerheid voor alle spelers in de sector.
Politici en ambtenaren in het Haagse zouden de ogen eens noordwaarts moeten richten. In Groningen laat het Fascinating-programma zien dat een duidelijke visie op landbouw en gezond voedsel, brede ketensamenwerking en open innovatie wel degelijk tot oplossingen en systeemverandering kunnen leiden. Dit programma biedt een compleet en toekomstbestendig alternatief en kan als voorbeeld dienen voor de rest van het land.
Kom naar het event
De jaarlijkse bijeenkomst van alle betrokken (en geïnteresseerde) partijen bij Fascinating (‘Het Groeifeest’) vindt dit jaar plaats op 7 november bij Stadslab in Groningen. Bij deze gelegenheid zullen sprekers uit de wereld van de agrofood stilstaan bij de vraag: “Wat kunnen de unieke Fascinating aanpak en de nieuwe Haagse beleidsintenties voor de landbouw, naast de provinciale ambities en plannen, voor elkaar betekenen?". Mis het niet! Praat met ons mee over de 'Toekomst voor de boeren en boeren voor de toekomst'. Meld je aan via onderstaande button.
In plaats van versnipperde initiatieven richt Fascinating zich op optimalisatie in de hele keten: van een betere bodemkwaliteit en circulaire verwerking van gewassen tot en met hoogwaardige voedingsstoffen voor de consument. De focus in de aanpak ligt op wat de boer, consument en samenleving echt nodig hebben: meer gezondheid per hectare.
"Met verschillende partijen is een blauwdruk opgesteld voor het gewenste voedsel- en landbouwsysteem" Tjeerd Jongsma
Samen bouwen boeren, verwerkende bedrijven en andere ketenpartners, kennis- en onderwijsinstellingen aan een transitie naar een regeneratief landbouwsysteem waar boeren weer een gezond verdienvermogen, consumenten gezonder voedsel en de samenleving een gezonder leefmilieu en klimaat hebben.
Fascinating werkt aan een gezamenlijke agenda voor systeemverandering. Daarvoor is de verbinding gemaakt tussen alle belangrijke spelers in de landbouwsector in deze provincie – met relatief veel melkveebedrijven, akkerbouw (suikerbieten, aardappelen en graan) en verwerkende bedrijven. Samen is een blauwdruk opgesteld voor het gewenste voedsel- en landbouwsysteem.
Nieuwe inzichten
Onderzoeks- en praktijkprogramma's zijn opgestart en er zijn inzichten verkregen voor allerlei innovaties in bodembeheer, mestverwerking en -vergisting. Denk ook aan nieuwe vormen van samenwerking tussen veehouderij en akkerbouw, groene energieopwekking op de boerderij, de eiwittransitie en verwerking van biobased restmaterialen voor woningbouw en nieuwe chemie.
Meerdere inkomstenbronnen creëren geeft boeren de mogelijkheid duurzaam te produceren zonder financiële onzekerheden. Fascinating verbindt vanuit de gezamenlijke visie en ambitie, initieert onderzoeken en demonstreert en valideert innovaties. Daarmee worden innovatierisico's verminderd, hindernissen geslecht en leren ketenpartijen elkaar kennen. Ondernemers en bedrijven zorgen op hun beurt voor de realisatie door te investeren in innovaties, samen met hun partners.
Provincies en Den Haag moeten deze ervaringen ter harte nemen. Terwijl Groningen de toekomst van de landbouw veiligstelt en kiest voor ketenbreed gedragen systeemverandering, blijft nationaal beleid hangen in kortetermijnoplossingen, beleidsversplintering en gebrek aan visie. Door nu te kiezen voor een samenhangend plan kunnen we ketenspelers mobiliseren en de transitie naar een volhoudbare landbouw realiseren, waarbij natuur en biodiversiteit beter worden beschermd.
Het origineel is eerder gepubliceerd in de Nieuwe Oogst
Afgelopen week verscheen er in Eiwit Trends (voorheen bekend als Food&Agribusiness) een interview met Peter de Jong, programmadirecteur bij Fascinating.
Binnen het Fascinating-programma zijn mooie resultaten behaald op het gebied van eiwitverwerking. Een nieuwe techniek zorgt ervoor dat er tijdens het sproeidrogen 30 tot 40% energie wordt bespaard. Verder is door het toepassen van membraantechnologie de eiwitkwaliteit met zo’n 20% verbeterd. Programmadirecteur Peter de Jong hoopt dat de nieuwe technieken toegepast worden in een toekomstige eiwitfabriek.
Als programmadirecteur van Fascinating richt Peter de Jong zich op projecten over de eiwitverwerking. Toen het programma in 2021 van start ging, zag hij vanuit zijn programmaonderdeel al vrij snel projecten starten. “Het voordeel van verwerking is dat het gaat over de technologie en niet over specifieke producten”, aldus De Jong. “Daardoor hoeft er niet allerlei vertrouwelijke informatie gedeeld te worden. Een sproeidroger wordt bijvoorbeeld zowel bij Avebe als bij FrieslandCampina gebruikt. Als je dan met elkaar onderzoekt hoe je zo’n sproeidroger energiezuiniger kunt maken, dan heeft iedereen daar voordeel van.”
Energieverbruik blijft belangrijk
De grootste uitdagingen in de verwerking liggen volgens hem op verschillende vlakken, zoals het energieverbruik, de kwaliteit en de zuiverheid van de eiwitten. “Energieverbruik blijft heel belangrijk”, zegt hij over de eerste uitdaging. “Dat heeft niet alleen met emissies te maken, maar ook met de proceskosten. Je kunt uit veel gewassen eiwitten halen, maar dit wordt alleen een succes als het ook wat oplevert en kostendekkend is. De wijze waarop je je proces uitvoert, bepaalt in feite of het wel of niet winstgevend is.”
Lees het hele artikel op Eiwit Trends (voorheen bekend als Food&Agribusiness)
Donderdag 7 november, 12:30 - 18:30 uur in Stadslab Groningen.
Het Fascinating Groeifeest
De jaarlijkse bijeenkomst van alle betrokken (en geïnteresseerde) partijen bij Fascinating (‘Het Groeifeest’) vindt dit jaar plaats op 7 november bij Stadslab in Groningen. Bij deze gelegenheid zullen sprekers uit de wereld van de agrofood stilstaan bij de vraag: “Wat kunnen de unieke Fascinating aanpak en de nieuwe Haagse beleidsintenties voor de landbouw, naast de provinciale ambities en plannen, voor elkaar betekenen?".
Eén ding is duidelijk: we moeten snel een manier vinden om het verdienvermogen en toekomstperspectief van agrarische ondernemers te verbeteren (‘Toekomst voor de Boer’). Tegelijkertijd moeten we haalbare plannen en maatregelen vinden voor een duurzamer, regeneratief voedsel- en landbouwsysteem met minder emissies naar water, bodem en lucht (‘Boeren voor de Toekomst’). Brede samenwerking is daarbij essentieel. De uitdagingen zijn te groot voor individuele partijen alleen. Samen kom je verder.
Zien we jou op donderdag 7 november?
Van boer tot bord
In dit onderzoeksproject worden verschillende cultivars van veldbonen, kikkererwten en sojabonen getest onder verschillende regeneratieve landbouwomstandigheden. Daarnaast is ook de verwerking tot duurzame en functionele eiwit ingrediënten en producten belangrijk om de waarde van deze gewassen te vergroten. Dit project kijkt daarom naar de hele keten van ‘boer tot bord’.
Uitbreiden eiwitrijke vlinderbloemige gewassen
Dit project heeft als doel het uitbreiden van het gebied met eiwitrijke vlinderbloemige gewassen in Groningen en de rest van Nederland. Dit willen wij bereiken door het minimaliseren van hindernissen voor de boeren, zoals gewasopbrengst, opbrengstzekerheid en cultivars die passen bij het milieu en bodemtype onder regeneratieve landbouwpraktijken. Daarnaast willen wij technologieën ontwikkelen om duurzame, functionele eiwit ingrediënten en toepassingen uit deze gewassen te leveren, waardoor hun waarde voor alle ketenpartners toeneemt.
Aansluiting met Fascinating
Dit project richt zich op het vinden van de meest geschikte eiwitrijke gewassen voor Groningen en het delen van optimale landbouwpraktijken met boeren. De eerder verkregen kennis uit andere projecten binnen 'Duurzame productie van nutritionele gewassen' wordt gebruikt voor de selectie van gewasvariëteiten en de beste landbouwpraktijken.
Uit eerdere projecten binnen 'Energie-efficiënte en duurzame verwerking' bleek dat de kwaliteit van de huidige generatie eiwit ingrediënten (smaak, kleur, technische functionaliteit en voedingskwaliteit) verbeterd moet worden om wereldwijd op de ingrediëntenmarkt mee te kunnen doen. Het PULSATING-project bouwt voort op deze resultaten door duurzame productieprocessen te ontwikkelen die functionele eiwitingrediënten opleveren. Daarnaast maakt de integratie van nieuwe cultivars het mogelijk om te selecteren op specifieke functionaliteiten en kwaliteiten, zoals smaak en kleur, voor diverse toepassingen.
Meer informatie
Opgave: Duurzame productie van nutritionele gewassen en Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Partners: Agrifirm, NIZO, Protealis, NuCicer, Limagrain, Hosokawa, DSM Food Specialties B.V.(dsm-firmerich), Team Products (De Kuyper Royal Distillers), AB Mauri, VION food group, Maatschap H Feitsma & GR Feitsma, JH de Boer, G Meijer, Klein Midhuizen, VHL University of Applied Sciences, ISPT-AFT
Looptijd: mei 2024 t/m december 2027
Wil je meer weten over het project PULSATING? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu, of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door Nationaal Programma Groningen
De splinternieuwe brochure over Fascinating staat nu online. Boordevol interessante verhalen, veel gestelde vragen over deelname aan Fascinating en prachtige visuals - alles wat je moet weten over de landbouw van de toekomst.
De boerderij van de toekomst draait om een gezonde bodem, hoogwaardige, voedingsrijke gewassen, een duurzaam en circulair landbouwsysteem én een goed verdienmodel voor boeren. Om dit allemaal waar te maken, is het landbouwprogramma Fascinating in het leven geroepen.
De online brochure biedt een uitgebreide blik op ons toekomstperpectief voor boeren, op de laatste ontwikkelingen en op onze projecten. Blader door de online brochure over Fascinating.
Fascinating nodigt actief organisaties en maatschappelijke partijen uit om deel te nemen.
Met de ontwikkeling van ultrasone extractietechnologie, die potentieel breed inzetbaar is, kunnen smaakvolle en hoogwaardige ingrediënten zoals kipcollageen en bouillon uit reststromen worden gehaald. Door bestaande productieprocessen te combineren met nieuwe extractietechnologie wordt onderzocht of het haalbaar is en bijdraagt aan verduurzaming. Het uiteindelijke doel is het ontwikkelen van smaakvolle ingrediënten met een hoogwaardig nutriënten profiel.
Ultrasound extractietechnologie wordt beschouwd als een veelbelovende en innovatieve techniek met potentiële toepassingen in de chemie, farmacie, cosmetica en voedingssector. Ultrasound wordt, met een breed scala aan vermogen en frequenties, gebruikt bij filtratie, homogenisatie, emulgering, kristallisatie en extractie. Ultrasound heeft een mechanisch effect en oefent schokgolven en hydrodynamische kracht uit op het vaste oppervlak, waardoor het oplosmiddel beter en snelle toegang krijgt tot de grondstof.
Het is eenvoudig, goedkoop en kan op grote schaal in industriële productie worden toegepast. Daarnaast wordt de massatransfer verbeterd, waardoor de extractietijd wordt verkort, het oplosmiddelverbruik, de procestemperatuur en de energie-input worden verlaagd in vergelijking met traditionele extractiemethoden.
Een maatschappelijke behoefte
Het project sluit goed aan op de maatschappelijke behoefte om snel grote stappen te zetten om tot een klimaat neutrale samenleving te komen. De thema’s circulariteit, elektrificatie en integratie van bedrijfsprocessen zijn hierin essentieel en kunnen eventueel als voorbeeld gaan dienen voor andere projecten. Door gebruik te maken van de te ontwikkelen ultrasone extractietechnologie - zonder de noodzaak om onder hoge temperaturen en hoge drukken te werken - kan er een platformtechnologie worden neergezet. Deze technologie heeft een brede toepasbaarheid voor het verwaarden van reststromen, het ontsluiten van alternatieve eiwitten en het behouden van een evenwichtig en hoogwaardig nutritioneel profiel.
Een unieke technologie
Het winnen van hoogwaardig smaakvol kipcollageenpoeder uit “gekraakte” botten is internationaal onbekend; er zijn geen bedrijven die dit doen. Het gebruik van ultrasone procestechnologie in de levensmiddelenindustrie is nieuw: de combinatie van elektrificatie, extractie efficiëntie en een verbeterd smaakprofiel is uniek. Er wordt in toenemende mate wel veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de verschillende potentiële toepassingen van ultrasoon. In de farmaceutische industrie wordt het bijvoorbeeld toegepast voor kristallisatie en maaltoepassingen. De kennis die binnen dit project wordt vergaard, samen met de procesmatige haalbaarheid, zal bijdragen aan de kennisintensivering in Noord-Nederland op het gebied van vergroening van extractieprocessen. Ook kan het mogelijkheden bieden voor de toepasbaarheid in de eiwittransitie: het ontsluiten van eiwitten en nutriënten en de daar bijhorende efficiënte extractie.
Vergroeningspotentieel
Met dit project worden er oplossingen geboden voor de volgende uitdagingen en belemmeringen:
1. Het uitbannen van extractiemethodieken waarbij gebruik gemaakt wordt van vervuilende oplosmiddelen of energie grootverbruikers, zoals zeer hoge temperaturen en drukken.
2. Het tegengaan van het gebruik van fossiele brandstoffen door elektrificatie en het inzetten van restwarmte om tot eiwitontsluiting en hoogwaardige nutriënten te komen.
3. Het upgraden van het beperkte smaakprofiel na lage temperatuur extractie (restwarmte) en de beperkte controleerbaarheid van de Maillard reactie om tot een evenwichtig en complex smaakprofiel te komen.
4. Het inefficiënt inzetten van reststromen waarbij potentiële bronnen van hoogwaardige nutriënten niet worden verwaard maar worden afgezet als laagwaardige restproducten.
Meer informatie
Opgave: Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Partners: Ten Kate Vetten, Kleinste Soepfabriek, HVE Production Technologies
Looptijd: 8 februari 2024 t/m 31 december 2025
Wil je meer weten over het project ‘SoniBone'? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door het Nationaal Programma Groningen.
Sinds het stimuleren van duurzame energie, zijn er in Nederland steeds meer groencertificaten beschikbaar. Een groencertificaat, ook wel Garantie van Oorsprong (GvO) genoemd, is een verkoopbaar administratief bewijs dat je als ondernemer groene energie opwekt. Een interessant verdienmodel. Maar hoe werkt het systeem precies en hoe ga je hier als ondernemer het beste mee om?
Bij Fascinating verrichten we met onze innovatieprogramma's pionierswerk met het onderzoeken en inrichten van een circulair voedsel- en landbouwsysteem. Energie is een belangrijk thema waar we in diverse projecten aan werken. Zo kijken we bijvoorbeeld samen met boeren naar de mogelijkheden om energie op te wekken op de boerderij via mestvergistingsinstallaties of wind- en zonnepanelen. Een goed verdienmodel is daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Het systeem van groencertificaten
Nederland telt 52.100 bedrijven met agrarische activiteiten (CBS, 2021) die samen zo’n 6 TWh aan duurzame energie opwekken. Bij de productie van hernieuwbare elektriciteit wordt voor elk megawattuur (MWh) een groencertificaat (GvO) aangemaakt. GvO’s dienen om te bewijzen dat de geleverde energie daadwerkelijk duurzaam is opgewekt. Een GvO is dus het administratieve bewijs. Het geeft informatie over waar, wanneer en uit welke bron de energie is opgewekt. In Nederland verstrekt de instantie VertiCer deze bewijzen. “Zo’n groencertificaat kun je aanvragen als je minimaal 1.000 kWh aan energie opwekt via zonnepanelen, windmolens of groen gas uit mestvergisters”, vertelt Bram Qualm, programmadirecteur bij Fascinating. “Als je als ondernemer zelf energie opwekt, kan je er ook voor kiezen het certificaat via handelaren te verkopen aan partijen die zelf geen groene energie opwekken. Dit kan een interessant verdienmodel zijn. Maar als je het certificaat verkoopt, wek je op papier geen groene stroom meer op”, vervolgt Bram.
Een slim verdienmodel?
Uit een enquête van Nieuwe Oogst in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), is gebleken dat 57% van de 1300 geïnterviewde boeren en bedrijven uit de agrarische sector, overweegt om te investeren in duurzame energie. Daarbij speelt kostenbesparing (68%) en minder afhankelijkheid van fluctuerende energieprijzen (47%) een grote rol. Daarnaast ziet 40% van de boeren het opwekken van duurzame energie als een aanvullend verdienmodel.
Hoe ga je dan als ondernemer slim met dit groencertificaat om? Daarin heb je meerdere keuzes. “Als ondernemer, bijvoorbeeld als akkerbouwer of melkveehouder, is het verstandig om eerst zelf maximaal gebruik te maken van de duurzaam opgewekte energie om eigen processen te vergroenen. Alle energie die je overhoudt, kun je rendabel maken. Bijvoorbeeld door het te verkopen aan organisaties binnen de eigen keten, of voor een maximale financiële opbrengst buiten de keten”, zegt Gerrit Schilstra, programma manager bij Agrifirm. “Het is handig om de GvO’s binnen de eigen keten te houden, zodat je als ondernemer de keten helpt vergroenen. Daarentegen speelt natuurlijk ook de vraag mee wie er het meest voor betaalt.”
Kopen of verkopen?
Als ondernemer ben je niet verplicht om certificaten te kopen of te verkopen. Het is van belang om goed na te gaan wat je met de certificaten doet. Gebruik je het voor het vergroenen van je eigen bedrijfsvoering? Of kies je er voor jouw opgewekte groene energie terug te leveren aan het net en te verkopen voor de beste prijs? Uiteindelijk is het voor iedereen een persoonlijke beslissing. “Bij LTO proberen wij leden erop te wijzen wat GvO’s zijn en wat je er mee kan. Door certificaten te kopen, ondersteun je duurzame opwekkers bij het investeren in de productie van groene stroom en groen gas. Door te verkopen, help je andere partijen te vergroenen die dat zelf niet kunnen”, vertelt Wouter Veefkind, programma manager bij LTO Noord. “LTO biedt daarnaast een handelsplatform ‘Energie van Boeren’ aan om de groencertificaten namens agrarische ondernemers te verhandelen voor de beste prijs. Zo zorgen we ervoor dat duurzame energie beschikbaar wordt voor iedereen.”
De energiemarkt is een ingewikkelde markt. Door diverse administratieve regelingen, verdelingen en belastingen is de markt ondoorzichtig geworden. Als expert ben je volledig op de hoogte van het systeem, maar als nieuwe toetreder kan het complex zijn. Zorg er daarom voor dat je goed geïnformeerd bent en maak een keuze op basis van wat het beste uitpakt voor je eigen bedrijfsvoering.
Ben je benieuwd naar jouw energiegebruik en wil je meer inzicht krijgen over de opwek- en gebruiksmogelijkheden van energie? Meld je aan voor het project Energiescans.
Tijdens de innovatiedagen van de Wageningen Universiteit & Rearch en Innovatie Veenkoloniën, organiseert Fascinating op 3 juli een symposium met als thema 'Is de boer de dokter van de toekomst?'. Samen met experts gaan we in gesprek over hoe een gezond microbioom in de bodem bijdraagt aan het herstel van biodiversiteit én ons eigen immuunsysteem.
Datum: woensdag 3 juli 2024
Tijd: 14:30 - 16:30 uur (inloop vanaf 14:00 uur)
Locatie: Noorderdiep 211, 7876 CL Valthermond. Op de proefboerderij in de 'Grote Zaal'.
Programma
14:00 - 14:30 uur Inloop met koffie/thee
14:30 - 14:45 uur Opening door Henk Emmens, gedeputeerde Provincie Groningen
14:45 - 15:00 uur Welkom namens Fascinating door Jan Sikkema
15:00 - 15:30 uur Theo Mulder over de verbinding tussen ons eten en de maatschappij
15:45 - 16:15 uur Marco van Es over de microbiële bodem in relatie tot de gezondheid van de mens
16:30 uur Verwacht einde
Over de sprekers
Theo Mulder
Theo is directeur van Mulder Agro en oprichter van Symphony of Soils en CO2L Farming waaruit nu 4 kruiwagenmars initiatieven zijn georganiseerd van Schiermonnikoog tot Brussel. Met deze drie organisaties streeft hij naar een beter bodem leven. Hij is er van overtuigd dat een gezonder gewas, en daarmee ook een gezonder leven, begint bij een gezonde bodem.
Deze middag neemt hij je mee in zijn lezing 'Is de boer de dokter van de toekomst?' Hippocrates sprak het uit: “laat voeding je medicijn zijn”. De boer is samen met zijn/haar grond de eerste in de keten van onze voedselvoorziening. Hoe herstellen we de verbinding met ons eten en de maatschappij?
Marco van Es
Marco van Es is keynote spreker, microbes consultant en oprichter van stichting Bac2Nature. Centraal staat hierin zijn overtuiging dat veerkrachtige gezondheid van mensen wordt versterkt wanneer zij meer in contact komen met natuurlijke micro-organismen.
Met een TED-achtige presentatie neemt hij de luisteraar mee in zijn verhaal over hoe microbiële biodiversiteit van de bodem bijdraagt aan de gezondheid van de mens.
Kom je ook?
Graag nodigen we je uit om tijdens de Innovatiedagen deel te nemen aan dit symposium op 3 juli. Het beloofd een inspirerende middag te worden! Meld je gratis aan via onderstaand formulier (VOL=VOL).
De Innovatiedagen
Tijdens de innovatiedagen op 3 en 4 juli staan de uitdagingen voor de landbouw van de toekomst centraal. Er is een programma samengesteld waarin de uitdagingen op het gebied van het bouwplan en de teelt samenkomen. Het thema dit jaar is 'Boer zoekt toekomst'. Meer weten? Bekijk hier het programma van Innovatie Veenkoloniën.
Om de overgang te maken naar een circulaire landbouw en de eiwittransitie, is het van groot belang dat de proceskosten om laag gaan. In het algemeen vereist de procesvoering met plantaardige (eiwit)stromen 2 tot 4 keer zoveel energie. Daarmee wordt het moeilijker de procesvoering en productie van nieuwe plantaardige ingrediënten rendabel te maken. Een knelpunt hierbij is het energiezuinig drogen en ontwateren van plantaardige stromen. Een nieuwe innovatieve technologie zou hier uitkomst kunnen bieden: ontwateren, niet d.m.v. verdampen, maar door elektrische velden. Hoewel de technologie nog in een vroeg stadium verkeert, is het potentieel ervan veelbelovend.
Haalbaarheidsstudie
Het doel van dit project is om de haalbaarheid van elektrisch gedreven ontwatering bij de productie van plantaardige eiwitingrediënten te beoordelen. Daarbij ligt het oog op verdere marktontwikkeling en duurzame eiwitproductie.
Fascinating x WUR
Fascinating zoekt de samenwerking op met het Electrified-programma van de WUR. Dit programma ontwikkelt elektrisch aangedreven technologieën voor duurzame eiwitproductie. Hierbij staat groene elektriciteit, vervanging van chemicaliën door elektrische drijfkrachten en verminderd watergebruik centraal. De implementatie van deze technologieën biedt niet alleen milieuvriendelijke voordelen, maar ook verbetering van de eiwitkwaliteit en -functionaliteit.
Meer informatie
Opgave: Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Partners: Cosun, FrieslandCampina, Avebe, ISPT-AFT
Looptijd: 1 februari 2024 t/m 31 december 2025
Wil je meer weten over het project ‘Electrified'? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu, of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door het Nationaal Programma Groningen.
Nieuw onderzoek van Van Hall Larenstein en NIZO Food Research wijst uit dat de carbon footprint van de voedselverwerking met 80% omlaag kan en dat 99% circulaire verwaarding van reststromen in 2030 haalbaar is. De onderzoekers constateren dat halfvolle melk momenteel de grootste potentie heeft op het gebied van voedingswaarde, milieubelasting en marktprijs. Maar om (bijna) volledige circulariteit te behalen, moeten beide paden worden bewandeld: dierlijk en plantaardig.
Halfvolle melk duurzamer dan plantaardig alternatief
De wetenschappers van Van Hall Larenstein en NIZO Food Research - Peter de Jong, Franciska Woudstra- van Lune en Anne van Wijk - stellen in recentelijk gepubliceerd onderzoek Addressing Challenges in Sustainable Nutrient Production: A call for Innovation vast dat “halfvolle melk in het licht van voedingswaarde, milieukosten en marktprijs de beste keuze is. Plantaardige alternatieven blijken (vooralsnog) voor klimaat, gezondheid van de consument en betaalbaarheid een minder goede keuze te zijn.”
Plantaardige alternatieven schieten (nog) tekort
In een tijd waarin de agrarische en voedselproductiesector verantwoordelijk is voor ongeveer 30% van de wereldwijde broeikasgasemissies, biedt deze bevinding een verfrissende kijk op duurzaamheid. De wetenschappers achter het baanbrekende onderzoek leggen uit dat plantaardige alternatieven momenteel tekortschieten in vergelijking met traditionele zuivelproducten, zowel op het gebied van klimaatimpact als voedingswaarde.
Zo kost de fabrieksmatige verwerking van de nutriënten (zoals eiwitten) uit plantaardige bron maar liefst drie keer meer energie dan het verwerken van nutriënten uit koemelk.
Combinatie van plantaardig en dierlijk beste voor duurzaamheid
Echter, zij stellen ook dat een combinatie van plantaardig en dierlijk de beste optie is voor het realiseren van een duurzamer en klimaatvriendelijker voedselsysteem. Hiervoor zijn innovaties nodig. Plantaardige eiwitten moeten worden verbeterd in voedingswaarde en productiekosten moeten omlaag. Aan de andere kant moeten producenten van dierlijke eiwitten, zoals zuivel, streven naar een vermindering van hun CO2-voetafdruk. Hybride producten, die zowel dierlijke als plantaardige eiwitten combineren, worden ook beschouwd als een veelbelovende optie, maar vereisen verbeteringen in de gehele productieketen.
Door samenwerking kan carbon footprint van voedselverwerking met 80% omlaag
Als het alle spelers in de keten lukt om op een effectieve, transparante en circulaire samen te werken mét ondersteuning van kennisinstellingen kan de carbon footprint van de voedselverwerking maar liefst met 80% omlaag en de waardecreatie van plantaardige nutriënten met 20-50% omhoog door betere processing en valorisatie van het restmateriaal. Peter de Jong: "Laten we afscheid nemen van polarisatie tussen dierlijk en plantaardig, en ons richten op samenwerking om een veerkrachtiger voedselsysteem te creëren."
Fascinating, landbouw van de toekomst
Deze gedachte is in lijn met het gedachtegoed van de 4 pijlers van het programma 'Fascinating' van het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) in Amersfoort, waarin ook Van Hall Larenstein en NIZO Food Research partners zijn. Fascinating richt zich op duurzame landbouw, gezonde voeding en een gezonde leefomgeving. Peter de Jong, naast onderzoeker ook programmadirecteur bij Fascinating: "In Fascinating worden al oplossingen, zoals voeradditieven, kruidenrijk weiland en mono-mestvergisting, ontwikkeld en uitgerold met als doel om zowel zuivel als plantaardige eiwitten gezonder, duurzamer en smakelijker te maken."
De weg naar een duurzamer voedsellandschap vereist een gezamenlijke inspanning en een focus op zowel traditionele als innovatieve oplossingen.
Hoe kunnen we met behulp van natuurlijke eiwitten de hoogst mogelijke voedselwaarde leveren binnen een natuur-inclusief, duurzaam en circulair landbouwsysteem? Steeds meer jonge innovatieve bedrijven én gevestigde Agrifood ondernemingen verbinden de belangen van een toekomstbestendige Agrifood sector in Nederland met de mondiaal groeiende vraag naar hoogwaardige plantaardige eiwitten. Belangrijke randvoorwaarde om uiteindelijk aan die groeiende vraag te kunnen voldoen, is het opschalen van de productiecapaciteit voor het winnen van hoogwaardige eiwitten voor menselijke consumptie.
Invest-NL heeft als doel om de transitie naar een klimaatneutraal voedselsysteem en waardeketen financierbaar te maken. Hun focus ligt op het ondersteunen van projecten en ondernemingen die deze transitie versnellen. Door te ontwikkelen, financieren en investeren zijn zij echte impact investors. In samenwerking met strategische partners uit de hele keten werkt Invest-NL binnen Fascinating aan het financierbaar maken van een innovatieve eiwitfabriek in Groningen. Zo’n first time en kapitaalintensieve eiwitfabriek stelt verschillende typen innovatieve bedrijven in staat hun eigen productiecapaciteit voor nieuwe gezonde eiwitten op te schalen. Dit alles met als doel om uiteindelijk toe te werken naar kansrijke marktintroducties van nieuwe, natuurlijke eiwitproducten.
Duurzame voedselketen cruciaal voor overgang naar carbon neutrale economie
Het financierbaar maken van de transitie naar een carbon neutrale economie heeft voor Invest-NL de hoogste prioriteit. De transitie richting een duurzaam en klimaatneutraal voedselsysteem en waardeketen staat centraal in onze aanpak. Een belangrijk speerpunt hierbinnen is het ondersteunen en financieren van uiteenlopende duurzame alternatieve eiwitbronnen. Het vraagt om innovatie, ondernemerschap en een actieve betrokkenheid van veel verschillende partijen uit de hele (Agrifood)keten. Om deze transitie te versnellen heeft Invest-NL inmiddels verschillende bedrijven en projecten gefinancierd en/of financierbaar gemaakt.
V.l.n.r. Nina Waldhauer (Invest-NL) en Tjeerd Jongsma (Fascinating)
Voor een rendabele businesscase is samenwerking door en met de hele keten nodig
Radicale innovaties en een geïntegreerde aanpak zijn onlosmakelijk verbonden met circulair ondernemen. Met vernieuwende technologieën en innovatieve businessmodellen kunnen we de eiwittransitie écht versnellen. Voor de financierbaarheid van de eiwitfabriek in Groningen kijken we daarom o.a. naar welke eiwitrijke gewassen een realistische businesscase vormen voor boeren en hoe beschikbare reststromen vanuit de industrie kunnen worden ingezet als input. Daarnaast wordt onderzocht welke innovatieve technologie passend is voor de beoogde omvang van de eiwitfabriek. Voor het vaststellen van de gewenste functionele eigenschappen en kwaliteit van (geproduceerde) ingrediënten en halffabricaten wordt inzicht opgebouwd in de omvang van markten, marktbehoeften en klantwensen.
"Waar Fascinating zich richt op de brede ontwikkeling van de eiwittransitie, ligt de focus van Invest-NL op financierbaarheid en het daadwerkelijk naar de markt brengen van nieuwe proposities en bedrijven. Vooral voor dit type complexe innovaties in de (circulaire) food keten is lange adem en visie van belang om hier gestalte aan te geven. Invest-NL is daar de ideale partner voor"
Tjeerd Jongsma, Directeur ISPT/programma Fascinating
Waar Invest-NL in deze case het verschil maakt
Om tot een realistische businesscase te komen wordt o.a. gekeken naar verschillende typen eiwitrijke gewassen, hoe beschikbare reststromen uit de industrie kunnen worden ingezet als input en welke innovatieve technologie passend is voor de beoogde omvang van de eiwitfabriek. Als de businesscase eenmaal helder is, identificeert Invest-NL de financieringsknelpunten en brengt het partijen bijeen die samen de bijpassende mix aan financieringsinstrumenten kunnen samenstellen. Ook voert Invest-NL een marktverkenning uit naar de bedrijven die de ‘pijplijn’ kunnen dienen voor de toekomstige verwerkingscapaciteit van de fabriek.
"Door de eiwitfabriek mogelijk te maken, willen we laten zien dat er hoogwaardige proteïneproducten geproduceerd kunnen worden die de Agrifood sector in staat stelt om naast een winstgevend product ook biodiversiteit na te streven. De samenwerking tot stand brengen tussen alle partijen in de keten die nodig zijn om tot een rendabele businesscase te komen past perfect bij Invest-NL"
Nina Waldhauer, Senior Business Development Manager Agrifood Invest-NL
Het originele artikel werd eerder gepubliceerd op www.invest-nl.nl
Eiwitten uit agrarische (zij)stromen
De realisatie van de productie van duurzame plantaardige eiwitten is een belangrijk onderdeel van Fascinating. Dit project had als doel om een technologie te ontwikkelen die daaraan bijdraagt. De winning van eiwitten uit agrarische (zij)stromen staat nog in de kinderschoenen. Dit project heeft laten zien dat het mogelijk is om op grote schaal duurzame plantaardige eiwitten te produceren met huidige en nieuwe technologieën. Hiermee vormde dit project de basis voor het project verkenning eiwitfabriek Groningen waar de haalbaarheid en bijbehorende business case van een multifunctionele eiwitfabriek wordt onderzocht.
Deelprojecten
Dit project is onderverdeeld in 3 deelprojecten:
- Eiwitvalorisatie in uitvoering: hier werd onderzoek gedaan naar nieuwe grondstoffen, is de economische haalbaarheid en duurzaamheidswinst op basis van de resultaten uit de case studies vastgesteld, en is er gekeken naar het potentieel van andere gewassen binnen provincie Groningen.
- Casestudie aardappeleiwit: hier was het doel om een zo groot mogelijk aandeel van het binnen Avebe beschikbare aardappeleiwit geschikt te maken voor gezonde, nutritionele plantaardige voeding d.m.v. nieuwe technologie.
- Casestudie Rubisco: hier is ingezet op technologie ontwikkeling om met een zo hoog mogelijk rendement het hoge kwaliteit rubisco te winnen uit bietenblad en luzerne.
Resultaten
De twee casestudies, respectievelijk op het gebied van aardappeleiwit en het eiwit rubisco, dat gewonnen wordt uit o.a. bietenblad en luzerne, zijn met succes afgerond. Door nieuwe/verbeterde technologieën toe te passen, is de opbrengst van rubisco verhoogd van minder dan 5% naar meer dan 30% en is een aardappeleiwitfractie geproduceerd met 60% minder water en chemicaliën, maar met behoud van functionaliteit (i.e. gelsterkte, emulsificatie en schuimeigenschappen). Onder het overkoepelende thema eiwitvalorisatie in uitvoering is de economische haalbaarheid en duurzaamheidswinst op basis van de resultaten uit de casestudies vastgesteld. Zo is de duurzaamheid van de casestudie-processen vergelijkbaar met sojamelk en is de CO2-uitstoot op basis van grondstof en proces een factor 5 lager vergeleken met dierlijk eiwit in vlees. Daarnaast is onderzoek gedaan naar nieuwe grondstoffen en is het potentieel van andere gewassen binnen provincie Groningen geëvalueerd vanuit het oogpunt van verwerking van deze gewassen met de in de casestudies gebruikte technologieën. Hieruit komt de veldboon als potentieel gewas naar voren. De opbrengst in eiwit per hectare is hoog en het gewas past binnen rotatieschema’s als een bron van stikstof. Daarnaast kunnen veldbonen met vergelijkbare technologieën verwerkt worden tot een eiwitingrediënt voor humane consumptie.
Groot potentieel voor Groningen
De behaalde resultaten binnen dit project laten zien dat er in Groningen groot potentieel is voor de teelt en verwerking van eiwitrijke gewassen om op deze manier bij te dragen aan de productie van duurzame en gezonde voeding. De resultaten zijn verder gebruikt in het project verkenning eiwitfabriek Groningen waar de haalbaarheid en bijbehorende business case van een multifunctionele eiwitfabriek wordt onderzocht. De potentie van veldbonen als een eiwitrijkgewas in het rotatieschema van Groningse boeren, ligt in het verhogen van de opbrengst (tonnen per hectare), de positieve effecten op bodemgezondheid en biodiversiteit en de oogstzekerheid van dit gewas. Ontwikkeling van duurzame technologieën om eiwitingrediënten met een hoge kwaliteit te produceren, zullen de wereldmarkt voor deze ingrediënten openen. Een duidelijke conclusie is dat de winning van eiwit uit plantaardige bronnen en reststromen een duurzame richting is voor zowel klimaat als Groningen.
Meer informatie
Projectleider: Fred van de Velde (NIZO)
Partners: Agrifirm, Avebe, Cosun, FrieslandCampina, LTO-Noord, Invest-NL, NIZO, ISPT-AFT
Opgave: Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Doorlooptijd: mei 2022 t/m juli 2024
Wil je meer weten over het project ‘Eiwitverwaarding uit Groningse gewassen’? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door het Nationaal Programma Groningen.
Om de landbouw toekomstbestendig te maken met gezonde producten, staan een gezonde bodem, biodiversiteit en de winning van plantaardige eiwitten centraal. De winning van hoogwaardige plantaardige eiwitten is een basisvoorwaarde om een effectieve eiwittransitie in gang te zetten. De vraagt luidt alleen: “hoe gaan we deze nieuwe gewassen op een efficiënte en duurzame manier verwerken tot een hogere toegevoegde waarde?”. Met dit vraagstuk hebben de coöperaties Agrifirm, Avebe, Cosun en FrieslandCampina samen met kennis- en investeringspartners NIZO, Invest-NL en LTO-Noord, een verkenning uitgevoerd naar de kansen voor een multifunctionele demo-eiwitfabriek in Groningen.
Een circulaire landbouwsector
De eiwittransitie kent twee kanten: de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten in humane consumptie en de verruiming van het bouwplan van akkerbouwers met zogenaamde rustgewassen. Veel van deze gewassen, als erwt en veldboon hebben ook een goede eiwitopbrengst en kunnen daarmee de beschikbaarheid van plantaardige eiwitten vergroten.
Met een eiwitfabriek moet Nederland meer zelfvoorzienend worden in de voorziening van hoogwaardige gezonde voedingsmiddelen, welke geproduceerd zijn op duurzame wijze, klimaatneutraal en met een gesloten stikstofsysteem.
Het onderzoek
In dit onderzoek zijn verschillende waarnemingen gedaan die zijn verzameld in een business case die de economische levensvatbaarheid van een multifunctionele eiwitfabriek verkent:
- De geschiktheid van gewassen die momenteel worden verbouwd en de potentie van gewassen die verbouwd kunnen worden.
- Het beoordelen van het rendement van de teelt van de eiwitgewassen voor telers en de inpassing in hun bouwplan.
- Het identificeren van mogelijke ingrediënten en halffabricaten die op (semi-)industriële schaal kunnen worden geproduceerd binnen de fabriek.
- Het analyseren van het marktpotentieel voor de geproduceerde eiwitproducten.
Economische levensvatbaarheid
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat een multifunctionele eiwitfabriek op relatief kleine schaal (tot 1 kton eiwit per jaar) op dit moment niet economisch levensvatbaar is. Een single-purpose fabriek op industriële schaal (>5 kton eiwit per jaar) lijkt meer kansen te hebben. Deze fabriek richt zich op het verwerken van enkele selecte gewassen. Schaalvergroting is dus een belangrijke voorwaarde voor een levensvatbaar business model en om financiering mogelijk te maken. Om in de komende jaren deze single-purpose eiwitfabriek mogelijk te maken, moet een aantal elementen in de gehele keten verder worden ontwikkeld:
Eiwitkwaliteit verbeteren
Het is belangrijk dat het eiwitkwaliteit, zowel functionaliteit als nutritionele waarde van plantaardige gewassen, verbeterd wordt tot een niveau vergelijkbaar met dat van dierlijke eiwitten. Op dit moment hebben de plantaardige eiwitten een afwijkende smaak en hebben veel plantaardige eiwitten een lagere voedingswaarde.
Mildere procestechnologieën
De inzet van mildere procestechnologieën (minder energie- en watergebruik, verhogen van de efficiëntie van de grondstoffen en verhogen van de opbrengst) moet meer mogelijkheden bieden voor de valorisatie van andere producten als vezels en zetmeel uit eiwithoudende gewassen. Dit is nodig om voldoende waarde voor telers te genereren.
Focus op hoogste marktsegment
Het consortium van bedrijven en kennisinstellingen heeft geconcludeerd dat het mogelijk is om eiwitten uit gewassen te produceren die tot het hoogste marktsegment behoren. Dit zal vervolgens ook een positieve bijdrage kunnen leveren aan het verdienmodel van de boer.
Toekomstperspectief
Het consortium stelt vast dat de snelste weg naar een toekomstige fabriek investeringen in een industriële demofabriek voor het verwaarden van eiwitgewassen omvat, waarbij alle relevante ingrediënten hoogwaardig beschikbaar worden gemaakt. Daar komt bij, een investering in een onderzoeksprogramma gericht op het verbeteren van eiwitfunctionaliteit (bijv. schuimgedrag, textuur, smaak). Hierbij ligt de focus niet op het multifunctionele karakter van het verwerken van verschillende gewassen, maar richt het zich juist op het verwerken van enkele gewassen tot diverse ingrediënten. In deze single-purpose fabriek kan een continu proces van ontwikkeling en implementatie van de nieuwste, geavanceerde procestechnologieën plaatsvinden.
Door te investeren in technologie en innovatie kunnen we niet alleen de economische levensvatbaarheid verbeteren, maar ook bijdragen aan een duurzamere landbouw en voedselproductie. Groningen verwerft op deze wijze een toppositie in de agrifoodsector met een wereldwijde uitstraling wat extra economische activiteit zal aantrekken.
Meer informatie
Projectleider: Peter de Jong
Partners: Agrifirm, Avebe, Cosun, FrieslandCampina, Invest-NL, NIZO, LTO-Noord, ISPT-AFT
Opgave: Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Looptijd: 1 januari 2023 t/m 31 december 2023
Wil je meer weten over het project ‘Verkenning van de Eiwitfabriek'? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu, of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door Nationaal Programma Groningen
Doel van het project
Het doel van de haalbaarheidsstudie in het ZeoDry project was om de eiwit-waardeketen te kunnen faciliteren door structurele verduurzaming van het sproei-droogproces. De beoogde vermindering van het directe energieverbruik van sproeidrogers van 40-50% op de kortere termijn, en met 70-80% op de langere termijn leidend tot eenzelfde hoeveelheid CO2 en NOx reductie, is onderzocht. Er is een ontwerp voor een zeolietdruminstallatie opgeleverd. Zowel de technische als de economische haalbaarheid zijn op grond van een rekenmodel beoordeeld op basis van de huidige energietarieven, inclusief risicobeoordeling en carbon footprint. Dit ontwerp is schaalbaar voor toepassing in commerciële sproeidrogers.
“Game changer” voor de industrie
Het drogen van eiwitten is een essentieel onderdeel van de levensmiddelen waardeketen. Een goed droogproces leidt tot een stabiel, goed te bewaren, functioneel en nutritioneel product. Om deze redenen worden eiwitten gesproeidroogd. Met de eiwittransitie naar plantaardige producten zal de sproei-droogbehoefte erg toenemen. Het nadeel van sproeidrogen is de energetische inefficiëntie van het droogproces. Bovendien leunt het droogproces zwaar op niet-hernieuwbare energiebronnen.
Tijdens het ZeoDry project is een nieuw full scale ontwerp gemaakt op basis van een drum in plaats van een wiel. Hier is een materiaalstudie aan voorafgegaan voor de constructie en zijn er thermodynamische berekeningen opgeleverd. Het resultaat van de berekeningen op grond van het model voor CAPEX en OPEX op basis van huidige energietarieven voor dit ontwerp is, dat het mogelijk is om duurzaam netto 40-50% minder energie te gebruiken in sproeidroogprocessen door toepassing van de zeolietsorptiedrumdroger, wat mag worden beschouwd als een “game changer” voor de sproeidroogindustrie.
Reststoom hergebruiken
Voor rendabiliteit van de installatie is hergebruik door retour van reststoom naar het droogproces essentieel om te kunnen concurreren met een silicadroger. Met inzet van één of twee hoge temperatuur warmtepompen kan het surplus aan stoom worden hergebruikt in het droogproces. Uit scenario’s van het aanvullende onderzoek naar hoge temperatuur warmtepompen voor het surplus aan stoom zal een terugverdientijd van 6-9 jaar met een COP van ongeveer 3 mogelijk zijn, bij de huidige - nog ongustige - energie beprijzing tussen gas en elektriciteit. Wanneer de energie beprijzing tussen gas en elektriciteit dichter bij elkaar komt te liggen zal de terugverdientijd aanzienlijk korter worden.
Schaalbaarheid
Het onderzoek naar materiaalspanningseffecten door de hoge regeneratie temperatuur heeft opgeleverd dat het drum ontwerp met een aantal kleine constructie-aanpassingen geen technische “show stoppers” op zal leveren. Er is onderzoek gedaan naar verschillende menglucht-condities voor zomerse, gemiddelde en winterse condities. Omdat in alle gevallen meer dan 50% buitenlucht bijgemengd moet worden, zijn de verschillen beperkt.
Het onderzoek naar verhoging van het besparingspotentieel tot 70-80% heeft geleid tot de conclusie dat dit niet mogelijk zal zijn en een energiebesparing tot maximaal 40-50% op dit moment realistisch is. Door het voorliggende zeolietdrumpontwerp en de beschikbare rekenmodule, is het streven om het zeolietdrumontwerp voor 2030 naar industriële toepassing te brengen.
Meer informatie
Partners: Avebe, Cosun, Corbion, FrieslandCampina, Vreugdenhil, Industrial Air Company, Sanco, Femto Engineering, ISPT-AFT
Derden: Wageningen Food & Biobased Research
Opgave: Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Dit project wordt mede gerealiseerd door Nationaal Programma Groningen
Wil je meer weten over het project ‘ZeoDry'? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu, of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Het Nederlandse landbouwsysteem moet grondig op de schop. Van de bodem tot de producten die op het bord van de eindconsument belanden. Een enorme transitie, bomvol uitdagingen. Tjeerd Jongsma vertelt in een interview met Change.inc welke mogelijkheden er binnen Fascinating worden onderzocht en hoe de eerste contouren van een duurzaam landbouwsysteem eruit zien.
De uitdagingen in de landbouwsector zijn enorm. En de meningen over hoe we die aan moeten pakken, zijn verdeeld. Iedereen buitelt over elkaar heen in discussies over stikstofproblematiek en de snelheid van de transitie. Dit moet anders volgens Tjeerd Jongsma, want zo schiet de transitie in de landbouw natuurlijk niet op. “Wat mist, is een partij die de regie pakt en een route voor de toekomst uitstippelt waar we met z’n allen achterstaan. Daar proberen we met Fascinating vorm aan te geven.”
Meer gezondheid per hectare
Fascinating voorziet een toekomstig landbouwsysteem dat zowel duurzaam als circulair is, dat ruimte geeft aan de natuur en bijdraagt aan een rijk en gezond bodemleven. Het landbouwsysteem van de toekomst zorgt daarnaast voor gezonde producten op het bord van de eindconsument én gezonde businessmodellen in de gehele agrofoodketen. Reststromen worden daarnaast zo optimaal mogelijk benut. Jongsma: “Meer gezondheid per hectare, zo vat ik het vaak samen. We schetsen een toekomstbeeld dat niet alleen duurzaam is, maar ook zonder subsidies kan beklijven. Dat is een belangrijk verschil met de noodoplossingen die nu geopperd worden.”
Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Het gaat bovenal om systemische oplossingen, zegt Jongsma: “Plukbossen zijn leuk en belangrijk om de burger te inspireren. Maar om de grootschalige landbouw in beweging te krijgen, is het niet voldoende. Daar zijn grootschalige interventies voor nodig.”
Toekomstscenario’s doorrekenen
Om de gevolgen van dergelijke systematische oplossingen en interventies door te berekenen, lanceerde Fascinating het Agri-Food-nature Transition Model. Jongsma: “Agrofoodketens zijn ontzettend complex en leiden tot allerlei verschillende vormen van uitstoot. Het is lastig om daar vat op te krijgen. Dit transitiemodel schept orde in de chaos en stelt ons in staat om de effecten van verduurzamingsoplossingen beter in te schatten.”
Systematische oplossing voor mest
Op dit moment werkt Fascinating al aan de ontwikkeling en uitrol van dergelijke oplossingen. Eén daarvan is de vergisting van dagverse mest. Om stikstofemissies in de stal, in de vorm van ammoniak, tegen te gaan wordt er bij deze oplossing gekeken naar het ophalen van dagverse mest, met als bestemming een mestvergister. “Mestvergisters worden momenteel verguisd, dat komt omdat ze nu uitsluitend worden gebruikt om zoveel mogelijk groen gas uit mest te persen. Maar er wordt ook gewerkt aan een methode om stikstof, kalium en fosfaat uit de mest te winnen. Dat kunnen boeren in de akkerbouw gebruiken voor hun gewassen, waardoor het gebruik van kunstmest overbodig wordt. Dan wordt mestvergisting ineens een stuk interessanter.”
Lees het volledige artikel op Change.inc.
De NOM is een investerings- en ontwikkelingsmaatschappij die financiering en advies op maat biedt aan innovatieve ondernemers die starten, willen groeien of zich willen vestigen in Noord-Nederland. Wij helpen ondernemers verder met geld, connecties en kennis. Bij de NOM staan ondernemers centraal, wij staan niet vóór, maar náást de ondernemer. Onze diensten zijn onafhankelijk, laagdrempelig en creatief. Zij dragen bij aan de groei van ondernemers en verstevigen daarmee de noordelijke economie op een duurzame manier. Groeien begint hier.
NV NOM & Fascinating
De NOM richt zich op de wereldwijde transities duurzamer, gezonder en slimmer. Heel logisch dus dat wij een project als Fascinating van harte ondersteunen. Als NOM kunnen we, door ons brede nationale en internationale netwerk, een rol spelen in het verbinden van het mkb met Fascinating. Ook zorgen we voor aansluiting op projecten en programma’s binnen en buiten het Noorden.
Tevens hebben we een specifiek programma voor startups en nieuwe projecten binnen bedrijven, het Business Innovation program Food. Iedereen die binnen de Voedselketen versnelling wil aanbrengen aan de voedseltransitie wordt getraind in het valideren van de markt.
"Om de gevolgen van klimaatverandering en mondiale bevolkingsgroei het hoofd te bieden, moet de manier waarop we ons voedsel produceren en consumeren ingrijpend veranderen. Minder dierlijk en meer plantaardig, korte ketens, recycling van reststromen en geen verspilling. Juist in Noord-Nederland liggen volop kansen om die radicale omslag met succes vorm te geven."
Joep de Vries, Business Developer
"Om de kansen die er in Noord-Nederland zijn daadwerkelijk te benutten en als regio van de voedseltransitie te profiteren, hebben we iedereen nodig. Landbouwcoöperaties, toeleveringsbedrijven, kennisinstellingen en zeker ook het mkb."
Riegiena Eefsting, Business Developer
Wij zijn betrokken bij deze opgaven
Opgave 1
Gezonde en gebalanceerde voeding
Opgave 2
Duurzame productie van nutritionele gewassen
Opgave 3
Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Opgave 4
Benutting van reststromen
Is er in 2050 genoeg eten voor álle ruim negen miljard mensen op de wereld? Hoe kunnen ondernemers in de voedselketen de voedselproductie op duurzame wijze verdubbelen? De uitdaging voor de wereld voor de komende decennia: twee keer zoveel voedsel produceren, met de helft van de grondstoffen. De enige manier is om veel efficiënter produceren. Aan deze uitdaging wil de Rabobank haar bijdrage leveren, buiten én binnen Nederland. Omdat het gaat om het dagelijkse eten en drinken van ons allemaal is het relevant voor iedereen. Wij ondersteunen ondernemers met de uitdagingen en kansen van deze tijd en begeleiden hen in de transitie naar een toekomstbestendige food- en agri sector.
Toekomstperspectief voor de agrifoodsector
Martin Eising, coöperatief directeur van Rabobank, is enthousiast over de samenwerking: “We staan voor een enorme opgave; gezond voedsel produceren met respect voor de omgeving, de natuur en de planeet. Dat kunnen we alleen samen en daarom verbindt Rabobank zich graag aan het Fascinating programma. Samen kunnen we de reststromen, dus wat overblijft bij bedrijven of boeren, beter hergebruiken. En onderzoeken welke eiwitrijke gewassen hier goed groeien. Het kan extra inkomen opleveren voor de boer en het is goed voor de natuur, win-win dus. Rabobank staat positief tegenover de ontwikkeling van innovatieve gezonde eiwitrijke voedingsmiddelen die de variëteit van het aanbod vergroten. En wat is dan mooier dan ons in te zetten voor projecten in onze achtertuin?”.
Wij zijn betrokken bij deze opgaven
Opgave 2
Duurzame productie van nutritionele gewassen
Opgave 3
Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Cosun is een agrarische coöperatie die in handen is van zo’n 8.400 telers van suikerbieten. Iedere dag werken onze telers, partners en medewerkers aan een transparante en circulaire manier om de volle potentie van planten te ontsluiten en om te zetten in waardevolle, plantaardige oplossingen. Onze visie The Plant Positive Way vindt haar basis in het fundament van bijna 125 jaar Cosun historie in succesvolle verwaarding van akkerbouwgewassen als suikerbieten, cichorei en aardappelen in een divers portfolio van producten met toegevoegde waarde. Deze gewassen bieden ongelimiteerde mogelijkheden. Door het inzetten van dit plantaardige potentieel dragen we bij aan transities rond klimaatverandering, de vervanging van fossiele grondstoffen, de eiwittransitie en de groeiende vraag naar voeding en gezondere voedingsingrediënten. Wij geloven dat planten de oplossing kunnen zijn voor deze uitdagingen. De plant is onze held.
Cosun & Fascinating: innovatieve slagkracht
"De doelstelling van het programma Fascinating sluit aan bij de doelstelling van Cosun: duurzame en slimme oplossingen creëren voor de huidige en toekomstige generaties. Via een toekomstbestendige en duurzame keten, groei realiseren en goede resultaten voor onze telers behalen. Zodat zij hun mooie bedrijf weer kunnen doorgeven aan de volgende generaties. Hiervoor is slagkracht nodig! Op het gebied van innovatie en samenwerking. Door Fascinating kunnen we mét belangrijke partners die noodzakelijke versnelling bereiken. Op het gebied van bodemvruchtbaarheid, technologieontwikkeling en de voedseltransitie."
Teun van der Weg - Projectmanager
Wij zijn betrokken bij deze opgaven
Opgave 1
Gezonde en gebalanceerde voeding
Opgave 2
Duurzame productie van nutritionele gewassen
Opgave 3
Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Opgave 4
Benutting van reststromen
Met meer dan 3.000 betrokken medewerkers met de ambitie om iedere dag te excelleren, draagt Royal Agrifirm Group bij aan een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties. Wij leveren meetbare, relevante en duurzame waarde op het boerenerf, op de akker en aan de voederindustrie. 120 jaar geleden opgericht in Nederland, zijn we nu een toonaangevende, agrarische coöperatie met een internationaal netwerk van dochterbedrijven gevestigd in Europa, Zuid-Amerika, de Verenigde Staten van Amerika, Azië en een wereldwijd distributienetwerk.
120 jaar coöperatieve kennis en ervaring voor boeren en telers
Door talloze jaren van mondiaal wetenschappelijk onderzoek te combineren met lokale, specifieke kennis van de agrarische en veevoedersector, bieden wij onze klanten wereldwijd de beste oplossingen voor de uitdagingen waar zij iedere dag mee te maken hebben. Agrifirm is de nummer één kennis- en oplossingsgerichte partner voor onze klanten op het gebied van veevoeders, teelten en dier-, plant- en bodemgezondheid. We ontwikkelen samen met onze boeren oplossingen voor de toekomst die het nog beter doen voor natuur en milieu én perspectief bieden voor onze boeren en telers.
Agrifirm & Fascinating: Better Together
Een verantwoorde voedselketen voor toekomstige generaties creëren is een continu proces van samenwerken tussen boeren, telers, bedrijven, overheden en kennisinstellingen. Binnen Agrifirm noemen we dat "Better Together". Fascinating biedt het platform om deze samenwerking te organiseren.
“Ik geloof dat veel kennis en kunde voor het oprapen ligt. Door de juiste mensen bij elkaar te brengen kun je daarom snel van idee naar impact op het boerenerf gaan. Het eerlijke verhaal is dat dat soms moeilijk is, maar wel precies is wat Fascinating levert.”
Auke Schripsema, Manager Ledenprojecten
Wij zijn betrokken bij deze opgaven
Opgave 1
Gezonde en gebalanceerde voeding
Opgave 2
Duurzame productie van nutritionele gewassen
Opgave 3
Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Opgave 4
Benutting van reststromen
Invest-NL is in 2020 door de Nederlandse overheid opgericht om grote maatschappelijke transities beter financierbaar te maken en om er voor te zorgen dat ondernemingen beter toegang krijgen tot risicokapitaal.
Als impactinvesteerder maken we Nederland duurzamer en innovatiever. Dit doen we door het financieren van projecten en ondernemingen, maar ook door kennisopbouw, partijen te verbinden en samen bussiness cases financierbaar maken.
Uitgangspunt van onze strategie is dat wij de hoogste prioriteit geven aan het financierbaar maken van de transitie naar een carbonneutrale en circulaire economie. Daarnaast investeren we in specifieke thema’s en in innovatie scale-ups. Voor de komende jaren hebben we dit uitgewerkt in zes thematische focusgebieden; Agrifood, Energie, Biobased & Circulair, Deep Tech, Life sciences & Health en Investeringsfondsen. Invest-NL werkt altijd samen met andere financiers en is de Nederlandse partner voor Europese instellingen zoals de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF).
Invest-NL & Fascinating
De samenwerking met Fascinating heeft tot doel de transitie richting een klimaatneutraal en circulair voedselsysteem te versnellen door het opzetten en versterken van samenwerkingen, het opschalen van innovatieve oplossingen en ontwikkelen van rendabele business cases.
"Samen met Fascinating willen we een belangrijke bijdrage leveren aan de eiwittransitie door het vergroten van het aanbod aan eiwitrijke gewassen in Nederland en ontwikkeling van innovatieve toepassingen van plantaardige eiwitten en reststromen. Vanuit Invest-NL spitsen onze activiteiten zich hierbij toe op het beoordelen van business cases, het aanhaken van innovatieve partijen en het waarborgen van het open innovatiekarakter."
Rik Pantjes, Teamlead Agrifood Business Development
Wij zijn betrokken bij deze opgaven
Opgave 1
Gezonde en gebalanceerde voeding
Opgave 2
Duurzame productie van nutritionele gewassen
Opgave 3
Energie-efficiënte en duurzame verwerking
Opgave 4
Benutting van reststromen
FrieslandCampina is een coöperatie van bijna 17.000 melkveehouders. Het zit in ons DNA om samen te werken voor de lange termijn. Want alleen met samenwerken kunnen we de grote uitdagingen echt aan. Dat geldt ook voor onze bijdrage en deelname aan Fascinating.
Het verhaal van FrieslandCampina en onze relatie met melk begint in 1871. In dat jaar besloten boeren hun krachten te bundelen en plaatselijke zuivelfabrieken te stichten. Zo konden ze hun marktpositie versterken en de afzet van hun melk veiligstellen. Inmiddels is FrieslandCampina een van de grootste zuivelondernemingen in de wereld. Elke dag voorzien we miljoenen consumenten wereldwijd van waardevolle voedingsstoffen uit melk. Niet alleen via melk zelf, ook met allerlei zuivelproducten die we daarvan maken.
In balans met natuur en klimaat
Bij FrieslandCampina draait het om nourishing by nature en drie onderliggende pijlers: Alles wat we doen staat in het teken van betere voeding voor de wereld, goede inkomsten voor onze boeren, nu en in de toekomst.
Dat betekent dat wij de voedingsstoffen en producten die we bieden produceren in balans met de planeet: met natuur en klimaat. En op zo’n manier dat het toepasbaar en werkbaar is voor alle betrokkenen. Alleen zo kunnen we echte veranderingen, op schaal, realiseren.
FrieslandCampina & Fascinating: Coöperatieve kracht
"Wij geloven dat het cruciaal is om ‘de nutriëntencyclus’ op termijn te sluiten. Daarnaast werken we naar netto positieve biodiversiteitsimpact en netto klimaatneutraal produceren. En dat allemaal op zo’n manier dat onze leden een aantrekkelijk vak blijven behouden en hun mooie bedrijf weer kunnen doorgeven aan de volgende generatie en die daarop. Dat bij elkaar zijn grote uitdagingen! Dat vraagt om anders denken, kruisbestuiving, onderzoeken, toetsen. Want dat hebben we door de jaren heen al gezien en zelf doorgemaakt: wat eerst gezien werd als afval kan voor anderen een waardevolle grondstof zijn. Of wat voor de een onmogelijk was om de kringloop te sluiten, kan door aanhaken met een ander opeens tot een waardevolle oplossing leiden. Dat is wat we met Fascinating kunnen bereiken: de kracht van coöperaties, hoogwaardige landbouwkennis en innovatie. Die combinatie kan leiden tot de toekomst van onze voedselproductie."
Sanne Griffioen, Manager Expertteam Sustainability
In Nederland hebben we ons de afgelopen generaties zeer succesvol geconcentreerd op volume en efficiency. We zijn koploper commodities geworden in de wereld. Met schaarse en kostbare grond en arbeid, klimaat- en biodiversiteitsvraagstukken is dit niet langer houdbaar. Opnieuw zullen we onze akkerbouw moeten uitvinden. Hoge kwaliteit, gezondheid en duurzaamheid moeten de waarde nu opleveren. Onze leden leveren hier elke dag een belangrijke bijdrage aan: ze leveren plantaardige waarde uit hun akker. Voedingswaarde. Economische waarde. Duurzame waarde.
Dit doen we door samen te werken. Dat is iets wat we bij Avebe al ruim 100 jaar doen. Samen met onze leden, medewerkers, klanten en andere partners halen we alles uit de zetmeelaardappel wat erin zit. Ooit begonnen met het zetmeel en later gevolgd door andere waardevolle ingrediënten. Denk aan plantaardig eiwit. Vroeger was dit afval, later diende het als veevoer en inmiddels is het niet meer weg te denken als bron voor gezonde voeding. Daarmee creëren we veel waarde voor onze leden, klanten en de consument. Denk aan het dierlijk eiwit te vervangen door ons plantaardige aardappeleiwit.
Waarom Royal Avebe partner is in het Fascinating programma
We zijn allemaal op zoek naar nieuwe technologie en gezamenlijk gaat dat sneller. Het Fascinating programma is een steun in de rug van boeren, verwerkende industrie en dus voor onze klanten.
We beseffen heel goed dat wij zelf de nieuwe verdienmodellen moeten ontwikkelen om op een duurzame manier te innoveren en de landbouw te kunnen behouden. En hoe mooi is het dat we de toekomst van de landbouw in Groningen kunnen schrijven?
"Een toekomst waarin duurzaamheid, natuur, gezonde voeding en economische impact elkaar versterken door een verbeterde marktpropositie. En dat binnen 10 jaar te realiseren. Daar hoefden we niet lang over na te denken. Wij doen mee! Samen met andere partners waaronder de coöperaties en kennisinstellingen zetten we onze schouders eronder."
Peter Erik Ywema, Director Sustainability Royal Avebe