In de verduurzaming van de landbouw staan een gezonde bodem, biodiversiteit en hoogwaardige plantaardige eiwitten centraal. Boeren kijken naar mogelijkheden om de komende jaren meer verschillende gewassen te telen en deze vaker te rouleren om de bodem gezond te houden. Deze nieuwe aanpak leidt tot diverse eiwit- en vezelrijke gewassen en groenbemesters, waarbij het verdienvermogen van de boeren moet toenemen. De vraag is alleen hoe we deze gewassen efficiënt en duurzaam kunnen verwerken tot producten met hoge toegevoegde waarde. Daarom hebben de coöperaties Agrifirm, Avebe, Cosun en FrieslandCampina, samen met de kennis- en investeringspartners NIZO, Invest-NL en LTO-Noord, een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een multifunctionele demo-eiwitfabriek in Groningen. In dit artikel bespreken we de uitkomsten.
De eiwittransitie kent twee kanten: de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten in humane consumptie en de verruiming van het bouwplan van akkerbouwers met zogenaamde rustgewassen. Veel van deze gewassen, als erwt en veldboon, hebben een goede eiwitopbrengst en kunnen daarmee de beschikbaarheid van plantaardige eiwitten vergroten.
Met een eiwitfabriek moet Nederland meer zelfvoorzienend worden in de productie van hoogwaardige gezonde voedingsmiddelen, welke geproduceerd zijn op duurzame wijze, klimaatneutraal en met een gesloten stikstofsysteem.
Ketenontwikkeling
Uit de verkenning is gebleken dat een multifunctionele eiwitfabriek in Groningen op relatief kleine schaal (tot 1 kton eiwit per jaar) op dit moment niet economisch levensvatbaar lijkt. Maar, er is wel toekomstperspectief voor een single-purpose fabriek met grotere capaciteit. Een single-purpose fabriek op industriële schaal (meer dan 5 kton eiwit per jaar) lijkt meer kansen te hebben. Om dit in de komende jaren te realiseren, moeten enkele belangrijke elementen in de keten verder worden ontwikkeld.
- Verbetering van de eiwitkwaliteit: Het is belangrijk dat de eiwitkwaliteit van plantaardige gewassen, zowel qua functionaliteit als nutritionele waarde, wordt verbeterd tot een niveau vergelijkbaar met dat van dierlijke eiwitten. Op dit moment hebben de plantaardige eiwitten een afwijkende smaak en hebben de meeste plantaardige eiwitten een lagere voedingswaarde.
- Mildere procestechnologieën: Het gebruik van mildere procestechnologieën moet meer mogelijkheden bieden voor de valorisatie van andere producten zoals vezels en zetmeel uit eiwithoudende gewassen. Dit is nodig om voldoende waarde voor telers te genereren.
- Focus op hoogste marktsegment: Het consortium van bedrijven en kennisinstellingen heeft vastgesteld dat het mogelijk lijkt om eiwitten uit gewassen te produceren die tot het hoogste marktsegment behoren. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan het verdienmodel voor de boer.
De weg naar industriële schaal
De snelste weg naar een fabriek op industriële schaal omvat investeringen in een demofabriek voor de winning van eiwit en andere ingrediënten uit gewassen, en een onderzoeksprogramma om de eiwitfunctionaliteit (zoals schuimgedrag, textuur en smaak) te verbeteren. De focus ligt niet op het multifunctionele karakter door verschillende gewassen te verwerken, maar richt zich op enkele selecte gewassen. In deze ‘demofabriek’ met een duidelijke focus op deze selecte gewassen kan een continuproces van ontwikkeling en implementatie van de nieuwste geavanceerde procestechnologieën plaatsvinden. Schaalvergroting is essentieel voor een levensvatbaar verdienmodel en om financiering mogelijk te maken.
Toegevoegde waarde voor de landbouw
Een diversiteit aan gewassen op Groningse bodem draagt bij aan de verduurzaming van de landbouw. Gewasrotatie verbetert de bodemkwaliteit, wat op lange termijn leidt tot gezondere en productievere landbouwgronden. Bovendien draagt de productie van plantaardige eiwitten bij aan de eiwittransitie, wat essentieel is i.v.m. de groeiende wereldbevolking en de toenemende vraag naar (gezond) voedsel. Betere gewassen met goede eiwitkwaliteit, eiwitfunctionaliteit en mildere processing zorgen uiteindelijk voor een beter product. Daar komt bij dat de ontwikkeling van een eiwitfabriek ook economische voordelen met zich mee brengt.
Toekomstperspectief voor Groningen
Het verhogen van de diversiteit aan geteelde gewassen en de ontwikkeling van een efficiënte en duurzame eiwitverwerkingsindustrie in Groningen vergt dus verdere ontwikkeling. Hoewel een multifunctionele eiwitfabriek op kleine schaal op dit moment niet economisch levensvatbaar is, biedt de weg naar een industriële demofabriek en een gericht onderzoeksprogramma veel kansen voor de sector. Door te investeren in technologie en innovatie kunnen we niet alleen de economische levensvatbaarheid verbeteren, maar ook bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw en voedselproductie. Groningen neemt op deze wijze een toppositie in de agrifoodsector met een wereldwijde uitstraling, met als gevolg het aantrekken van extra economische activiteiten.
In de komende jaren zijn samenwerking en innovatie cruciaal om deze visie werkelijkheid te laten worden. Boeren, coöperaties, kennisinstellingen en bedrijven moeten gezamenlijk werken aan het verbeteren van de kwaliteit van plantaardige eiwitten, het ontwikkelen van nieuwe procestechnologieën en het valoriseren van alle producten uit deze gewassen. Het gaat hier niet alleen om het daadwerkelijk kunnen produceren van deze eiwitten, maar ook om het ontwikkelen van hoogstaande kennis op dit terrein. Nederland moet op deze manier een leidende rol in de productie van hoogwaardige en gezonde plantaardige voedingsmiddelen krijgen, geproduceerd op duurzame wijze, klimaatneutraal en met een gesloten stikstofsysteem. Alleen door deze gezamenlijke inspanningen van alle ketenpartners kunnen we de volle potentie van de nieuwe gewasrotaties en de eiwitproductie in Groningen realiseren.
Dit project werd mede gerealiseerd door Nationaal Programma Groningen