“Gezond eten makkelijk maken”

Een ziekenhuis dat helpt bij het ontwikkelen van nieuwe voedingsmiddelen? Volgens Jan Sikkema van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is dat logisch. “Ziektepreventie behoort tot het takenpakket van een academisch ziekenhuis. Wij zien dagelijks de gevolgen van slechte voeding bij patiënten. Daarom willen we binnen Fascinating de keuze voor goede voeding makkelijk maken, zodat mensen gezond oud kunnen worden.” 

10/06/2021

Een ziekenhuis dat helpt bij het ontwikkelen van nieuwe voedingsmiddelen? Volgens Jan Sikkema van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) is dat logisch. “Ziektepreventie behoort tot het takenpakket van een academisch ziekenhuis. Wij zien dagelijks de gevolgen van slechte voeding bij patiënten. Daarom willen we binnen Fascinating de keuze voor goede voeding makkelijk maken, zodat mensen gezond oud kunnen worden.” 

“Natuurlijk gaat Fascinating om het invoeren van duurzame en voedselproductie op een schaal die nog niet eerder is vertoond”, zegt Jan Sikkema, directeur van het Center for Development and Innovation van het UMCG. “Maar het gaat tegelijk om perspectief voor een gebied dat de laatste tijd vooral is weggezet als ‘aardbevingsgebied’ en ‘krimpregio’. Het Groningse platteland heeft het zwaar voor de kiezen gehad.”  

De positieve inslag van het initiatief werkt wat dat betreft al inspirerend. Sikkema: “Gezonde voeding biedt economische kansen. En economisch perspectief hangt sterk samen met leefbaarheid. Landbouw en de verwerkende industrie vormen de basis, maar hebben effect op de hele plattelandseconomie. Nieuwe activiteit rond het economisch fundament van de regio betekent meer banen, jongeren met hogere opleidingen die in de regio blijven, werk voor scholen, winkels, horeca, bouwbedrijven. Vitale dorpen die niet alleen rust en ruimte bieden, maar ook voorzieningen.”

Jan Sikkema (tweede van rechts) in gesprek met Harm Edens tijdens het Fascinating Kiemfeest.

LifeLines 

Dit succes begint bij een vraag, zegt Sikkema: “In welke marktvraag en in welke voedingsbehoefte kunnen we voldoen?” Het antwoord komt onder andere naar voren uit het grootschalige onderzoeksprogramma LifeLines. Het UMCG volgt daarin dertig jaar lang drie generaties inwoners van Noord-Nederland, 165.000 in totaal – tien procent van de bevolking van het noorden. Dit project komt voort uit de focus van het UMCG op het thema ‘gezond ouder worden’. Voeding en bewegen zijn erg belangrijk in dit programma en het onderzoek dat er uit voortkomt. Sikkema: “Het recente inzicht in de samenhang tussen een gezonde darmwerking en een goedwerkend immuunsysteem is ook voor dokters opzienbarend.” 

Eens in de vijf jaar worden bloeddruk, gewicht, lengte, long- en hartfunctie, bloed- en urinewaarden onderzocht. Daarnaast beantwoorden de betrokkenen vragen over ziekten, leefstijl, gezondheid, medicijngebruik en voedingsgewoonten. Waarom ontwikkelt de één relatief vroegtijdig een chronische ziekte en blijft de ander lang vitaal?  

Gezond gemak 

Deels komt dat door genetische aanleg, deels ook door beweging. “Maar voor een belangrijk deel komt het verschil tussen gezonde mensen en minder gezonde mensen voort uit hun voedingspatroon”, maakt Sikkema uit de gegevens op. “En voor wie de conclusies op basis van 165.000 mensen nog niet voldoende vindt: andere grote studies laten hetzelfde zien.”  

Producten met veel calorieën en weinig voedingsstoffen ondergraven op de lange termijn de gezondheid. “Daarom zijn voedingsstoffen voor Fascinating het uitgangspunt: micro-nutriënten, plantaardig eiwit. En vezels!”, voegt Sikkema toe. “Die zijn belangrijk voor een gezonde huishouding in de darmen. Het belang van vezels is lang zwaar onderschat. En het treft: de regio heeft daarvan veel te bieden. We willen met die ingrediënten goed eten makkelijk en bereikbaar maken, zodat mensen gezond oud kunnen worden.”    

De hele keten 

Een aantal jaren geleden was het UMCG al betrokken bij een project met de verwerkende industrie. Sikkema vindt het ideaal dat Fascinating nu de hele keten omvat, van het land van de boer tot het bord van de consument. “Het omkeren van de voedselketen, het uitgaan van de gezonde voedingsstoffen die de mens nodig heeft, lukt het best als de hele keten betrokken is. Wat je kunt produceren hangt nu eenmaal ook af van wat je teelt.”  

De grote coöperaties Avebe, Cosun en Agrifirm maken hoogwaardige ingrediënten, halffabrikaten en diervoeding. FrieslandCampina heeft eindproducten in de supermarkt, maar ook voor deze coöperatie zijn ingrediënten erg belangrijk. Sikkema: “Neem bijvoorbeeld ingrediënten uit de voormalige reststroom wei. De ingrediënten voor speciaalvoeding en geneesmiddelen die FrieslandCampina daarvan maakt zijn tegenwoordig minstens zo belangrijk als de eindproducten boter en kaas in de supermarkt.” 

Als de hele keten meedoet, betekent dit dat ook voedingsmiddelenproducenten aanhaken. Sikkema: “Maar we beginnen vooraan in de keten. De boeren hebben een belangrijke rol. De voedingswaarde is het uitgangspunt, maar die moeten we wel afstemmen met wat er op de akkers kan groeien. Dat leidt tot een goede mix van ingrediënten, vanuit een keten die anders is ingericht dan nu. Aan de eindproducten komt Fascinating volgens de logica van een keten pas later toe.” 

Kansen 

Fase 1 loopt tot 2023. Eerst gaat de aandacht uit naar rendabele teeltplannen. Sikkema: “Voor de productontwikkeling verrichten we alvast het voorwerk. In welke vorm gaan we producten aanbieden? Economie- en marketingkennis komen aan boord. Op een gegeven moment gaan we de consument betrekken in klankbordgroepen. Wat vinden mensen eigenlijk van de producten die we ontwikkelen? Dat trekken we ook breder, want die consumenten wonen niet alleen in Noord-Nederland.  

Uiteraard gaan de ingrediëntenleveranciers hun eigen afnemers in dit verhaal betrekken. “Dat blijkt niet zo moeilijk”, weet Sikkema, “zij kennen als geen ander de actuele gezondheidstrend. Ze kloppen daarom zelf bij ons aan om mee te doen. Zij zien de kansen!” 

Waarde toevoegen 

Daarnaast bieden de technische uitdagingen rond plantaardig eiwit mogelijkheden voor start-ups en kleine voedingsmiddelenbedrijven die kunnen opschalen. Sikkema: “Denk bijvoorbeeld aan de bewerking van eiwit voor menselijke voeding.” Een andere mogelijkheid bieden speciale voedingsmiddelen of supplementen met een werking die goed is voor de gezondheid. Er is ruimte voor speciale producten die kleine bedrijven kunnen aanbieden. We hoeven niet alles in duizenden tonnen, we hebben ook oog voor producten waarvan kleine hoeveelheden een hoge waarde toevoegen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit.”  

Denken in ontwikkeling 

Deze keten biedt ook nadrukkelijk een plek voor melkveehouders en het dierlijke eiwit dat zij leveren. “Daarnaast spelen zij een belangrijke rol in het verduurzamen. De zijstromen uit de regionale akkerbouw kunnen de soja-importen van veeteeltbedrijven op termijn overbodig maken”, merkt Sikkema op. Dat is heel belangrijk. De soja-import voor diervoeding maakt Nederlanders tot de grootste ontbossers van Europa. Dat gebeurt niet in Europa zelf. Het komt doordat tropisch oerwoud moet wijken voor de soja die wij importeren.  

“Als we regionaal de ketens sluiten, kan dat stoppen. Sommige melkveehouders zijn daar al mee bezig. Zonder (soja)krachtvoer geven koeien 25 tot 30% minder melk. Dat hoeft kostentechnisch niet nadelig te zijn. Het toont aan dat het denken over duurzaamheid en kringlopen bij veetelers al volop in ontwikkeling is.” De uitruil tussen akkerbouw en veeteelt kan het sluitstuk vormen om de keten regionaal te sluiten. Duurzaam krachtvoer van akkerbouw richting veeteelt, mineralen uit mest terug naar de akkerbouw. En producten met een toegevoegde waarde die zorgen dat de opbrengsten van akkerbouw en veeteelt niet alleen duurzaam worden geproduceerd maar ook een duurzaam verdienmodel vormen voor de boeren.  Alle betrokkenen, inclusief de consumenten, profiteren: meer duurzaamheid, meer winst, meer leefbaarheid en betere gezondheid.   

Tekst: Leendert van der Ent

Dit artikel maakt deel uit van een reeks interviews met de founding members van Fascinating. In deze reeks verschenen ook:

het gesprek met Peter Bruinenberg, over de duurzame productie van voedingsgewassen
het gesprek met Jan Willem Straatsma, over de benutting van reststromen
het gesprek met Tjeerd Jongsma, over de sleutelrol van de procestechnologie in een duurzame landbouw
het gesprek met Trienke Elshof, over het toekomstperspectief dat Fascinating biedt