‘Bodemleven blijer met digestaat’

24/10/2025


Zijn pootgoed gaat de hele wereld over. Dat betekent strenge eisen voor kwaliteit en hygiëne. Toch durft pootgoedteler Gerald Maters het aan om digestaat in plaats van kunstmest te gebruiken bij zijn mini-knollen. “Al had ik  ook wel een beetje koudwatervrees”, geeft hij direct toe. Binnen het project ‘Kringloopmest op maat’ experimenteert Gerald samen met andere akkerbouwers met de dunne en dikke fractie van digestaat uit een monomestvergister. “Het is toch mooi dat je zo als landbouwsector een gas- en energieproducent kunt worden. En het levert ook nog eens mooie mest op. Dat is maatschappelijk gezien beter dan kunstmest gebruiken.”

Dierlijke mest is in pootgoed niet gebruikelijk. “Je wilt als pootgoedteler een gecontroleerde afgifte van stikstof. Anders krijg je een agressieve loofgroei en te weinig knolzetting, terwijl het juist om die knol gaat”, legt Gerald Maters (35) alvast uit. In het Groningse Niekerk heeft hij samen met zijn broer Arjan 250 hectare in gebruik. Naast mini-knollen vermeerderen tot pootgoedaardappelen telen zij tarwe, bieten en af en toe uien en andere gewassen tussendoor. De broers boeren op kalkarme zavelgrond variërend van 12 tot 40% afslibbaar met over het algemeen een relatief laag organisch stofgehalte.

Digestaat duurzaam verhaal

Door het project Kringloopmest op maat is Gerald zich gaan verdiepen in digestaat. “Kunstmest vervangen door dierlijke mest is denk ik gezonder voor je grond. Milieutechnisch is dat beter, maar het is ook een duurzamer verhaal op de lange termijn. Ik denk dat het bodemleven blijer wordt van digestaat of drijfmest dan van kunstmest.” Al is Gerard daarin ook realistisch én ziet hij nog allerlei uitdagingen rond aanwendmoment, uitrijdmogelijkheden en vrijkomen van de nutriënten. Lees hier ook de ervaringen van akkerbouwer Thijs-Jan Hoving met digestaat in zetmeelaardappelen, suikerbieten en zomergerst.

Dunne en dikke fractie digestaat

Gerald is eerst gestart met het gebruik van de dunne fractie digestaat in graan. “De dunne fractie is rijk aan stikstof en kali, wat goed past bij graan.” In het tweede jaar heeft hij de dikke fractie, die fosfaatrijk is, ingezet in zijn pootgoedaardappelen. Zonder aanvulling van fosfaat, maar met nog wel een stikstofgift. Bij beide teelten heeft hij daarnaast eenzelfde perceel op de reguliere manier bemest met kunstmest. “Ik zie weinig tot geen verschil in groei en opbrengst. Wel heb ik wat verzuring gezien op de rijsporen, waar wellicht wat meer digestaat terecht is gekomen”, geeft Maters aan. “Het fosfaatniveau is natuurlijk moeilijk te meten, want je weet niet of die in de bodem zit gebonden of ook daadwerkelijk vrijkomt voor je gewas. Maar ik denk wel dat dit geleidelijk vrijkomt”, is zijn ervaring. Zijn tip voor collega-akkerbouwer die ook benieuwd zijn naar wat digestaat kan doen voor hun gewassen? “Probeer het gewoon!”

Gerelateerd nieuws