Landbouw in transitie
De landbouw is in transitie. Vele paden worden parallel ingezet door boeren en hun coöperaties. Één van deze kansrijke paden is het transitieproces naar regeneratieve landbouw. Het project ‘100 hectare regeneratief’ beoogt dit transitie pad significant te versnellen met een grote groep boeren. Het verdienmodel van de boer staat voorop door resultaten op het gebied van bodemvitaliteit, koolstofkringlopen en biodiversiteit te laten renderen op het boerenerf. Zowel via slimmer omgaan met inputs als het realiseren van een betere prijs voor een regeneratief product in de keten. Gezonde bodem, gezonde keten!
In de eerste fase van het project 100 ha regeneratief, is de basis gelegd om een blauwdruk te realiseren voor boeren in de transitie naar regeneratieve landbouw (zie figuur 1).

Wat is regeneratieve landbouw?
Regeneratieve landbouw is een verzamelnaam van landbouwpraktijken die een positieve bijdrage leveren aan natuur, milieu, klimaat, voedselzekerheid en sociale omstandigheden. Voorop staat dat het de fysische, chemische en biologische bodemkwaliteit verbetert en biodiversiteit en natuur versterkt. Door bijvoorbeeld organische mest te gebruiken in plaats van kunstmest en zo min mogelijk chemische gewasbescherming, creëer je een beter functionerende bodem en een veerkrachtiger ecosysteem. Op deze manier stimuleer je de biodiversiteit, kunnen planten meer weerstand bieden tegen ziekten en plagen en kunnen ze mogelijk meer voedingsstoffen opnemen die de voedingswaarde verhogen.
Regeneratieve landbouw leidt dus tot een voedselsysteem waarbij biodiversiteit en circulariteit mogelijkheden bieden voor een ander bedrijfsmodel voor boeren dat met name door het verminderen van inputs en het verwaarden van kwaliteitsproducten rendabel kan zijn. Denk bij regeneratieve landbouw aan:
- bodembiodiversiteit door te werken met groenbemesters of jaarrond de bodem bedekt te houden;
- organische koolstof door gewasresten te laten liggen;
- vijanden van ziektes en plagen aantrekken door inzet van bloemen, struiken en bomen.
De eerste stappen waren gericht op de werving van deelnemende boeren voor de transitie van de boer naar regeneratieve landbouw. Dit heeft geresulteerd in 40 deelnemers die met 2,5 ha, verdeeld over akkerbouw, melkveehouderij en de verschillende bodemtypes in de provincie Groningen deelnemen aan het project.
Transitieplan voor de boer
Samen met adviseurs zijn er plannen voor de akkerbouwers gerealiseerd ter voorbereiding van seizoen 2025. De plannen bevatten:
- specificatie van de in te zetten groenbemester mix
- een praktische aanpak voor het optimaliseren van fysieke en chemische bodemstructuur - een aanpak voor het maximaliseren van fotosynthese.
Hiervoor zijn twee groenbemestermixen ontworpen met verschillende doelen: permanente bodembedekking (F2) of biomassa opbouw en mulch functie (F1). Met de melkveehouders wordt als eerste gewerkt aan route kruidenrijk grasland voor de deelnemers op klei. Met advies van experts zijn drie routes geformuleerd met inzet van verschillende combinatie van zaadmixen met als doel te onderzoeken hoe de verschillende combinatie zich ontwikkelen op kleigrond. Voor het monitoren van doelstellingen in het project zijn de referentie metingen benoemd en waar mogelijk uitgevoerd, zoals bodem- en plant analyses.
De transitieperiode in kaart brengen
Daarna zijn de te verwachten financiële risico’s in de transitieperiode in kaart gebracht en mogelijke tools om deze te managen. Er is data verzameld over de financiële impact van regeneratieve landbouw in Nederland, en er is gekeken naar de ontwikkeling van een businessmodel welke in de tweede fase van dit project verder wordt onderzocht. Daarnaast is er een basisontwerp gemaakt voor het inschatten van de kosten en baten van regeneratieve landbouwpraktijken voor akkerbouw en melkveehouderij. Dit ontwerp biedt inzicht in benodigde investeringen en zal in fase 2 verder gevalideerd worden.
Conclusie en vervolgstappen
De afgelopen tien jaar is het onderzoek naar regeneratieve landbouwpraktijken sterk gegroeid. Niet alleen is het aantal studies toegenomen, maar ook de diversiteit aan onderzochte praktijken en gewassen. Dit biedt een steeds breder inzicht in de effecten van regeneratieve methoden op plantkwaliteit en bodemgezondheid.
Uit het onderzoek blijkt dat verschillende praktijken een positief, zij het variabel, effect hebben op de kwaliteit van plantproductie, met name op macronutriënten zoals koolhydraten en minerale elementen. Hoewel deze effecten goed gedocumenteerd zijn, wordt smaak nauwelijks meegenomen als indicator in bestaande studies. Dit biedt ruimte voor verdere verdieping.
Gezien deze inzichten worden in fase 2 van het project 100 ha regeneratief nieuwe kansen verkend. Hierbij ligt de focus op het versterken van de samenhang tussen landbouwpraktijken, bodemgezondheid en plantkwaliteit, met extra aandacht voor smaak als relevante indicator. De volgende fase biedt daarmee een waardevolle kans om regeneratieve landbouw verder te onderbouwen en praktisch toepasbaar te maken.
Download hier de eindrapportage van 100 ha regeneratief fase 1 en de samenvatting van de literatuurstudie Effecten van regeneratieve landbouw op kwaliteit van bodem en gewas van de RUG.
Meer informatie
Partners: Agrifirm, Cosun, FrieslandCampina, Rabobank, LTO Noord, Invest-NL, Stichting Regeneratieve Landbouw Veenkoloniën, De Graanrepubliek
Opgave: Duurzame productie van nutritionele gewassen
Looptijd: September 2023 t/m 2029
Wil je meer weten over het project ‘100 hectare regeneratieve landbouw'? Neem dan contact op met Agata van Oosten (Program Manager) via agata.vanoosten@ispt.eu, of met Nadine Kool (Program Officer) via nadine.kool@ispt.eu.
Dit project wordt mede gerealiseerd door het Nationaal Programma Groningen.

