Onlangs vertrok Tjeerd Jongsma (directeur Fascinating) naar Japan voor een inspirerende studiereis. In dit opiniestuk neemt Tjeerd je mee in de Japanse denkwijze — én de lessen die we kunnen vertalen naar de Groningse akkers.
Deze reis naar Japan heeft een bijzondere indruk achtergelaten. Een samenleving die fundamenteel anders kijkt naar voeding, gezondheid en samenleven. Wat me het meest raakte, is de beschaafdheid van het land: diepgeworteld in onder meer boeddhistische waarden is er een vanzelfsprekende aandacht voor respect, harmonie en sociale cohesie. Je voelt het in kleine gebaren, op straat, in de metro, aan tafel — overal.
Vooral in hun omgang met voeding zit iets wat wij in Nederland lijken te zijn kwijtgeraakt of nooit gehad hebben. In Japan is eten niet alleen brandstof of een verzameling nutriënten. Het is onderdeel van een levensfilosofie waarin gezondheid, natuur en gemeenschap hand in hand gaan. Fermentatie, variatie, seizoen groenten, vis, vlees: de Japanse keuken is een ode aan balans. Voeding is daar geen bijzaak, maar een vanzelfsprekende pijler van welzijn.
De volgorde van consumeren van de verschillende nutriënten staat in de Japanse maaltijd vast: eerst de (micro)nutriënten en eiwitten die nodig zijn voor de opbouw van het lichaam en behoud van onze weerstand. Daarna energiedragers als rijst en tenslotte een miso-soep die de spijsvertering stimuleert. Daardoor eet je nooit teveel – iets wat goed te zien is aan het vrijwel ontbreken van overgewicht onder Japanners die het traditionele Japanse dieet volgen. Met meer dan 1400 jaar onafgebroken ervaring met vleesarme voedingspatronen, is de Japanse keuken sensorisch maar ook nutritioneel in balans.

“Wat ik in Japan zag, sterkt me in de overtuiging dat we ook hier zulke ketens kunnen bouwen: ketens waarin de boer en zijn producten weer een centrale, gewaardeerde rol speelt.” – Tjeerd Jongsma
Deze holistische benadering staat in schril contrast met onze vaak technocratische manier van kijken naar eten. Wij rekenen, optimaliseren en reduceren voeding tot cijfers en claims. Maar wat als we opnieuw leren voelen waar voeding echt over gaat? Wat als we nutritionele waarde en dus gezondheid weer per hectare gaan meten, waar het programma Fascinating naar streeft? Meer gezondheid per hectare — dat gaat niet alleen over gewasopbrengst, maar over waarde voor mens, bodem én maatschappij.
In het Fascinating-programma werken boeren, bedrijven, onderzoekers en overheden aan een nieuwe voedselketen. Een die circulair is, regeneratief en sociaal verbonden. Waar voeding weer deel wordt van een groter verhaal: over toekomstbestendige landbouw, over gezonde bodems en over voedsel dat bijdraagt aan levenskwaliteit. Wat ik in Japan zag, sterkt me in de overtuiging dat we ook hier zulke ketens kunnen bouwen: ketens waarin de boer en zijn producten weer een centrale, gewaardeerde rol speelt. Waar mens en natuur weer samenwerken. Waar reststromen waarde krijgen. En waar gezond eten begint bij gezond telen.
Deze zomer neem ik de tijd om hierover verder na te denken. Hoe vertalen we die Japanse wijsheid naar de Groningse akkers? Hoe maken we van voeding weer iets relationeels, iets verbindends?