Veldboon meest kansrijke eiwitgewas voor Groningse boeren

28/11/2022

De veldboon lijkt het meest kansrijke eiwitgewas voor opname in het bouwplan van Groningse akkerbouwers. Natuurinclusieve landbouw komt hiermee binnen handbereik waarbij de kringlopen gesloten worden en de natuur zich kan herstellen. Dit blijkt uit de eerste proefteelten van het project Kansrijke Eiwitgewassen van het Fascinating programma.

De wereldwijde vraag naar eiwit neemt alleen maar toe. Daarom is plantaardig eiwit het product van de toekomst. Met het project Kansrijke Eiwitgewassen onderzoeken we welke gewassen het meest waardevol zijn voor mens, natuur en economie. Hierbij letten we op het eiwitgehalte in de plant, de voedingswaarde, de verwerkingsmogelijkheden in de fabriek en het beperken van reststromen. De totale keten is bij Fascinating belangrijk. Van boer tot consument.

De veldboon met stip bovenaan

In teeltjaar 2020/2021 zijn proefteelten bij verschillende proefboerderijen van SPNA Agroresearch en van Wageningen Universiteit & Research gedaan. Ongeveer zestien kansrijke eiwitgewassen zijn onderzocht en zo’n zes verschillende soorten groenbemesters. Programmadirecteur Gert Sikken: “De Groningse bodem varieert van veenkoloniaal en zand tot verschillende soorten klei.  We wilden weten met welke (eiwit)opbrengsten de gewassen op de verschillende Groningse ondergronden te telen zijn. Tijdens dit proces hebben we monsters afgenomen om te kijken in welke gewassen het meeste eiwit zit, wat voor eiwit het precies is, hoe goed dat specifieke eiwit winbaar is en wat de mogelijke opbrengst is van die eiwitten. De veldboon stond met stip bovenaan.”  

Kennisbehoefte duurzame teelt

Hoewel de veldboon al een oud gewas is, is er behoefte aan meer kennis over duurzame teelt. Programmadirecteur Bram Qualm vult aan: “We kunnen niet alle vragen in één keer oplossen, dus we gaan door met vervolgonderzoek. Eén van de meest urgente vragen om te beantwoorden is wat de beste plek voor veldbonen in het bouwplan is. De vervolgvraag is, of dat verschilt voor een gebied met zand of dalgrond of voor klei. Welke risico’s kent duurzame teelt en hoe kan een stabiele hoge opbrengst worden gegarandeerd? Op deze vragen zullen we ons in het vervolg richten. Het is natuurlijk fantastisch als je met goed bodembeheer en geïntegreerde gewasbescherming tot een evenwicht zou kunnen komen. Dat is wat je wilt bereiken:  natuurinclusieve landbouw, met gesloten kringlopen waarbij de natuur zich herstelt.  

De totale keten

Binnen Fascinating wordt integraal naar de gehele keten gekeken. Een akkerbouwer kan zo’n keten niet zelf opzetten. Behalve teelt omvat dat ook afzet en toepassing. Ook de energie-efficiëntie van het verwerkingsproces is een factor van belang. En het UMCG onderzoekt de verbetering van de verteerbaarheid van de aminozuren uit de eiwitgewassen. “Nog een zeer belangrijke factor speelt een rol”, zegt Sikken. “Het is belangrijk om via bloemrijke akkerranden de juiste wilde bestuivers aan te trekken die veldbonen succesvol kunnen bestuiven. De hypothese is momenteel dat meer insecten van de juiste soorten in diverse akkerranden tot een hogere opbrengst leiden. Maar dat willen we graag in de praktijk bewezen zien. En dat maakt de puzzel behoorlijk complex,” zegt Sikken.

Een nieuw rotatiegewas

De belangstelling onder de  Groningse akkerbouwers is er. Qualm: “Een nieuw rotatiegewas is van harte welkom. Naast de veldboon kijken we ook naar andere gewassen zoals lupine, hennep en luzerne. In een ander Fascinating-project genaamd Praktijknetwerken werken de boeren die al veldbonen telen samen met collega’s die belangstelling hebben. Daar komt interessante informatie uit. Velen zijn best bereid een stukje te proberen. Wie interesse heeft om mee te doen, nodigen we dan ook uit om contact met ons op te nemen!”  

Download de complete rapportage hieronder.